Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/201

Deze pagina is proefgelezen
  gaaf des hemels ! die verovert,
  loutert, wegsleept, en betoovert,
   en van ' t logge stof bevrijdt!

  Geen verdrukking houdt u tegen !
  Bergen mogen op u wegen ;
   gy ontworstelt hun gewicht !
  en uw hoofd reikt tot de transen,
  schittrend in het wederglansen
   van het ongeschapen Licht !

  Als het stroomnat niet zal vloeien,
  als het zonvuur niet zal gloeien,
   dan op menschelijk gebiên ;
  dan eerst zullen groote zielen
  voor een lauwertakjen knielen,
   en den blaam der aard ontzien!



VOORAFSPRAAK
BY DE
VOORLEZING VAN EENIGE DICHTSTUKKEN
IN DE
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN FRAAIE KUNSTEN EN
WETENSCHAPPEN,
AFDEELING AMSTERDAM.



Van uit den stroom, die Pindus voet omkronkelt,
een teug geschept, die 't dorstig hart verkwikk'!
Als onze kelk van dezen nektar vonkelt,
geniet de ziel haar zaligst oogenblik! —
Een enkle drup uit dien gewijden ader、
wekt in de borst een nieuwe levenskracht!
De vrije geest voelt zich zijn oorsprong nader,
  en schept zich licht uit dezer wereld nacht!
Dit stof versmelt in gloeiende idealen,
met zorg en leed, met ziels- en lichaamspijn!
Dit stof zinkt weg : der heemlen vreugden dalen!
Gevoel van heil doortintelt heel ons ZIJN!
O! dat de galm, aan 's dichters lier ontsprongen,