Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/206

Deze pagina is proefgelezen
en in den naam van ’t vrijgewerkt Europe,
een parel vlocht in Derden Willems kroon!
Ontfang ze dan, dees dichterlijk bladen,
waarop de Trouw haar stempel heeft geprent!
Gy, dierbre Vriend, gy zult ze niet versmaden,
gy, die mijn hart, gy, die mijn doelwit kent!
En tuigen zy, als de omloop van de jaren
bestemmen zal de waarheid van mijn zang,
getuigen zy, hoe eensgezind wy waren
in onze zucht voor Nederlands belang!
Die zucht by my ontwikkelt zich in zangen:
zy brengt by u gantsch andre vruchten voort,
reeds bloesemend in ’t edele verlangen,
dat voor de dienst des schepters in u gloort!
VAN HOGENDORP! ik durf het U voorspellen!
een tijd spoedt aan, met nieuwen roem bevracht,
(o! mocht mijn lier zijn grootschen loop verzellen!)
die schittren zal by ’t laatste nageslacht.
Ja! Neêrland zal der volken voorbeeld wezen,
en, onverleid, door ’t filozoosch geschreeuw,
aan God en plicht nog trouwer dan voordezen,
verplettren eens het oproer dezer eeuw.
Oranjes kroon zal heel Euroop vereeren,
Oranjes troon staat onomstootlijk vast:
Oranjes stam zal heel de wereld leeren,
wat houding thands aan ’s werelds Vorsten past!
en gy, gy zult, verheven Vaderlander,
zuil van een rijk, met zoo veel trouw gesticht,
onwrikbaar steeds, wat weifele of verander’
in ’t echt besef van onderdanenplicht,
Europe ’t beeld des braven Staatmans toonen,
die, als zijn mond zijn’ Koning hulde zweert,
geen staf aanbidt, die straffen kan en loonen,
maar in den Vorst Gods Stedehouder eert!