Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/215

Deze pagina is proefgelezen
De leeuw der gramschap Gods zal brullen,
en u verstijven doen van schrik!
en uw rampzaal'ge volksverlichting
en uw verfoeibre waanzinstichting
in 't niet doen zinken met één blik!

Want Hy, Hy leeft, de God der goden,
de Heer, de Rechter van 't Heelal,
die de overtreding van de snooden
duldt en herstelt, maar straffen zal!
Wee u! Hy leeft, de onzichtbre Koning,
die Dagon in zijn godenwoning
tot stukken brijzelt zonder strijd!
Ontbindt u, woedende kohorten!
want ook uw Dagons zullen storten,
afgodendienaars van mijn tijd!

Maar gy! onnoozlen en verblinden,
wie een misbruikte naam verleidt,
die Waar- en Vrijheid waant te vinden
in 't spoor der ongerechtigheid!
breekt los in 't eind van uit die banden,
waar filozoofsche dwingelanden
uw ziel in boeien aan den grond!
Rukt af den blinddoek van uw oogen!
Aanschouwt de waarheid in den hoogen!
Aanbidt den God, die ze u verkondt!

Aanbidden, loven en gelooven,
ziet daar den sleutel van 't Heelal!
de zon van kennis, die van boven
op den getrouwe stralen zal!
ten spijt van dwaze Liberalen,
den dwang, de drogreên, en het smalen,
waarmee zy heerschen over de aard,
aanbidden, loven en gelooven,
en hun ontmenschte leus verdoven,
dit is een Vrijheid, onzer waard!

Voor my! één doel slechts heeft mijn leven!
Één uitzicht vult geheel mijn ziel!
En moog my de adem eer begeven,