Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/233

Deze pagina is proefgelezen
en om de zegekar te dringen van die helden,
zoo lang de onzeekre kans der bloedige oorlogsvelden
hun woeste heerschzucht dient : zie daar des menschdoms smaak!
Wat is hun, of uw hart van 's hemels invloed blaak'?
Wat weten zy van deugd- en echte kunstwaardeeren?
De Dichtkunst werd niet voor hun ijdlen lof! Homeeren
verrijzen en vergaan, vergeten! of verdrukt,
wanneer hun moedig hoofd voor willekeur niet bukt!

Maar wat is de ongenâ van lot en menschdom tevens,
voor u, wiens hoop begint aan 't eindperk eerst uws levens?
Hiermee staat gy geweld en smaad en onrecht door!
Hiermeê staat ge onschuld, deugd en ' t recht der Waarheid voor,
en gadert langs uw baan de vrucht der levenswijsheid,
en deelt die met de jeugd in ' t kalm saisoen der grijsheid,
en zoekt naar wetenschap tot aan den rand van 't graf,
en draagt, het oog op God, wat God te dragen gaf,
tot de Engel van den dood u 't wrakke lijf moet slopen!
En dan — triumf in 't end! De hemel staat u open!



Jongling, waar van daan dat treuren in uw schoonsten levenstijd?
Waar van daan dat heimlijk zuchtjen, dat uw weeke borst ontglijdt?
Waar van daan dat glinstrend traantjen, dat uw kwijnend oog besproeit?
en dat onbestemd verlangen, dat u op de wangen gloeit?
Voor de schatten van de wereld, voor haar kroonen zijt ge koel,
en de zucht die u vermeestert heeft gewis een ander doel!
Ja! gy haakt naar hooger wellust! naar het hoogste heil der aard!
meer dan schatten, meer dan kroonen, meer dan 't leven zelve waard!
Ja! gy zoekt de lieve gade, die dat leven deelen moet,
en uw borst kweekt geen verlangen, dan naar dit geheiligd goed!
In den droom reikt gy haar de armen, en zy stort zich aan uw hart!
maar ge ontwaakt, en mist haar weder, en verdort op nieuw in smart!
Doch de macht die 't harte dorst gaf, geeft ook laafnis voor dien dorst!
en dien trek naar min- en echtheil plantte God-zelf in uw borst!
Eens dan zal de dag ontluiken, die zijn heilig doel vervult,
als ge (niet in droomen langer) haar in de armen knellen zult,
die met de eigen zielsvervoering uwe liefde heeft verbeid;
en gy zult met al de volheid van genot en dankbaarheid
zelfs die stonden weldaad reeknen, toen u, wars van aardsche lust,
't leven onverdraaglijk toescheen, van uw toekomst onbewust!