Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/255

Deze pagina is proefgelezen

HELDENPLEIT.

't Sigeïsch strand zag nu den vorstelijken kring
des Griekschen Raads vergaârd tot slechting van 't geding.
Van uit hun midden treedt met grimmig vlammende oogen
krijgshaftige Ajax op, en heft ze norsch ten hoogen,
terwijl hy uitbarst in dees woorden: „Groote Goôn!
Hier, in 't gezicht der zee, hier durft Laërtes zoon
met Ajax naar één prijs, Achilles wapens, dingen!
Hier, hier, op de eigen plek, waar onze schepelingen
hem vlieden zagen voor de toorts, waarmeê de hand
van Hector heel dees vloot ging steken in den brand;
daar ik alleen dorst staan, en d' aanval deed mislukken!
Of moet wellicht de kunst zich listig uit te drukken
in fijn gesponnen taal, op heldendapperheid
de zege winnen? Zoo is mij de zege ontzeid!
Ik heb de gaaf mijn recht met klanken op te sieren
zoo min, als hy die van den degen te bestieren
gelijk het krijgsliên past! Doch 't komt op daden aan!
De mijne kent gy! Wat deze arm hier heeft bestaan,
getuigde 't licht des dags! Hy moog zijn krijgsbedrijven
wijdloopig voor het oor van 't Grieksche heir beschrijven,
om, 't geen hy mooglijk eens in sombre schaauw der nacht
en eenzaam ondernam, met valsche woordenpracht
te voeren in het licht! Maar zouden laffe listen
den schitterenden prijs, dien hy my durft betwisten,
verdienen? Roem genoeg verstrekt het hem, met my
te kampen om één prijs. Hoe dierbaar die me ook zij,
hy waar my dierbrer nog, betwist door andre helden!
Doch 'k doe, by meerder deugd, nog hooger rechter gelden:
die van mijne afkomst! 'k Ben de zoon van Telamon.
Die onder Hercules de Trooische muren won,
en met Thessaaljes jeugd den stouten tocht dorst wagen
om 't gulden wondervlies aan Colchos weêr te vragen.
Zijn vader was de Vorst, die in het helgebied
de Sisyphussen voor zijn aanblik siddren ziet,
en wien der goden Vorst niet schroomt zijn zoon te noemen.
Zoo na mag Ajax zich op hemelsche afkomst roemen!
Een afkomst, hem gemeen met Peleus grooten zoon.