Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/270

Deze pagina is proefgelezen
in één smolt met den toon van Abels poëzy!
En ’t diep geroerd Heelal deelde in de harmony
van mensch- en Englendom, door Adams schuld verloren.
Maar thands, een oogenblik, herlevende in hun koren. —
Aldus werd Abel rijp voor ’t hemelsche gebied!

Maar de Aartsverleider van het menschdom rustte niet!
De ontaarde Lucifer, wien, van Gods gunst verstoten,
en neêrgebliksemd uit dien eenmaal mild genoten
en glorievollen staat van heil, geen andre wensch,
geen andre troost bleef dan de zonde van den mensch!
Hy, werktuig van Gods hand, die, door de kronkelingen
van wegen, nooit doorzien, (zelfs in de hoogste kringen
van ’t vlekloos Geestendom, dat aan Gods voeten leit,
door de eindloosheid verblind van Zijn voorzienigheid.)
de duisternis van ’t kwaad te rug brengt tot een luister,
waar in ze wegsmelt; die den Satan met een kluister
regeert, wiens uiterste eind zijn razernij beperkt,
en dienstbaar maakt aan ’t Goede, ook als hy gruwlen werkt.
Die vijand, zoo geducht, wiens Godgehate listen
de vrucht des kennisbooms aan Evaas lippen wisten
te brengen, en haar gâ te slepen in haar schuld;
de vijand waakte ook nu met knagend ongeduld.
Reeds had zijn valsche ziel, zoo afgericht in loosheid,
het werktuig van zijn haat bestemd in Caïns boosheid.
Zijn scherpziend oog doorzag wat onuitroeibaar zaad
van jammer voor ’t Heelal, en afschrikbarend kwaad,
in ’t treffende verschil der broeders lag besloten:
zijn band houdt zich gereed, hen in het verderf te stoten.

’t Noodlotig uur breekt aan. Een plechtige offerand,
o hemel! geeft het sein, en ’t helsche vuur ontbrandt!
Want Adam door een zucht, die hy niet kan verklaren,
gedreven, dat God-zelf zijn gunst mocht openbaren
aan Abel, en de keus, lang door hem-zelv’ gedaan,
van onrecht zuiveren, spoort beî zijn zonen aan,
hun offer op één tijd te brengen aan den Heere!
Twee outers, op zijn stem, verrijzen, God ter eere.
Het eene ontfangt van ’t vee, door Abels hand geslacht,
en ingewand en vet. Het andre wordt bevracht