Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/294

Deze pagina is proefgelezen
diens zoons, het eigendom van die het uit uw aderen
tot een nieuw aanzijn riep, den Vader aller vaderen!



Het offer van uw trouw, verheven Abraham!
was aangenomen, en het bloed van 't offerlam
gespaard! De heilgenâ, in 't streng gebod verborgen,
ging open voor uw oog, toen ge uitriept: „GOD ZAL ZORGEN!
„Zoo zij, gezegend oord! In eeuwigheid uw naam!"
En GOD ZAL ZORGEN! GOD ZAL ZORGEN! galmden saâm
de hemelen en de aard. De Cherubynenkringen,
verkondende aan elkaêr den God, dien zijn omringen,
verheerlijkten, dat uur, met dubbel psalmgeschal
den God van Abraham! den Meester van 't Heelal!
En riepen: HY REGEERT! Der Uitverkoornen reien
herhaalden: HY REGEERT! De hemelsche schalmeien
doorklonken de eindloosheid der ruimte, en wekten stof
en onstof tot één lied, één harmony van lof!
Het GOD ZAL ZORGEN walmde uit éénen mond naar boven,
den mond van heel 't Heelal, geloovigt in 't gelooven
van Abram, op dien stond. — Herhaalt het aan elkaêr,
gy, eeuwen! En aanbidt den Alverzorgeraar!
Nacht! Meld het aan den dag! En, schitterende morgen!
Getuig die waarheid aan den avond: GOD ZAL ZORGEN!
Spreidt, oppervlakten van het aardrijk! Haar ten toon!
Het GOD ZAL ZORGEN meld' de vader aan zijn zoon!
En onderwijst het aan uw dochters, teedre moeders!
En, stervelingen! Wilt ge in schaâuw des Albehoeders
als goden nevens hem op de Englen gebiên,
en geesten voor uw blik, vermeesterd, buigen zien?
Voor 't GOD ZAL ZORGEN, dat, by 't innig boezemsblaken,
uw lippen, vloeiende van hymnen, zullen slaken,
ontsluit de hemel zich! — Zoo stort, planeten! Stort!
En, zonnen! Dat uw gloed tot stuivende assche word'!
Krijgt, elementen! Krijgt! Vernietigt uw verbonden!
Geest der verdelging! Sla uwe armen om de gronden
der wereld, dat zy knakke, en inzakke, en verdwijn'!
die baaiert zal voor ons de wieg eens Edens zijn!
Wy wachten uit die nacht een onvergankbren morgen!
Valle alles om ons heen! Wy loven! GOD ZAL ZORGEN!