Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/308

Deze pagina is proefgelezen
„Een lichtstraal van de Hoop, die onze ziel beschijnt,
„verkwikke op nieuw dit oord, dat van vertwijfling kwijnt!




„In den aanvang was Jehova! Hy bestond en Hy-alléén!
„Maar Hy riep u, en gy waart er, grootste der verborgenheên!
„geestenwereld, die uit Niet werd! Gy waart God niet, en — bestondt!
„Millioenen Cherubs leefden! 't Was het aadmen van Zijn mond!
„Millioenen Serafs loofden! 't Was het golven van Zijn hand!
„Millioenen Geesten zweefden in één liefderijk verband
„om den troon des Glorierijken, uit wien alle glorie straalt! —
„'t Was de wil des Liefderijken, uit wien alle liefde daalt!




„Zoo was alles in de Schepping éénheid, liefde, harmony!
„'t Wist zich alles onderworpen, en in de onderwerping vrij!
„Ieder kende 't, ieder prees het : GOD TE DIENEN, IS TE ZIJN!
„ONAFHANKLIJKHEID IS NIET ZIJN! DIE TE WENSCHEN, FOLTERPIJN!
„'t Was de Vorst der Morgensterre, die zich 't eerst dien wensch vermat!
„'t Was de Vorst der Morgensterre, die zijn oorsprong 't eerst vergat!
„Gods rechtvaardigheid verstiet hem uit d' oorspronkelijken staat!
„Gods genade spaart hem 't aanzijn, — en aldus ontstond het Kwaad.




„Maar het Leger der Getrouwen zong zijn' God een nieuwen lof:
„en daar rees een nieuwe wereld uit het onbezielde stof!
„Over de onverdeelde waatren wandelde de Geest van God,
„en de baaiert werd één leven, ééne aanbidding, één genot!
„Aan het hoofd stond Godlijke Adam, als een Godheid onder God,
„tot den dag der overtreding van 't noodlottige gebod!
„Want ook Hy, Hy wilde ALS God zijn, niet IN God zijn ― en hy viel,
„en de trotschheid van den Satan overmeesterde zijn ziel!




„Nu verbreidt zich, nu verspreidt zich 't menschdom en des menschdoms straf!
„Nu wordt de aarde, die zijn wieg was, hem een kerker en een graf!