Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/334

Deze pagina is proefgelezen

P A R IJ S.

Lorsqu’ils contempleront cette orgueilleuse Babel qui semble insulter
à l’impuissance de la Justice et qui défie la vengeance de Dieu.

LES RÉDUCTIONS POLITIQUES.
Die Stad, wier schittrende trofeeën
zoo prachtig rijzen tot den trans,
die over de uitgestrekte zeeën
den weêrschijn afzendt van haar glans;
die Stad, de zetel aller kunsten.
De bakermat van zoo veel roem,
zoo rijk (in schijn!) van ’s noodlots gunsten!
zy, aller wereldsteden bloem!

Die Stad, in weelde groot geworden,
in weelde, en moord, en krijgsgeweld,
door ’t woên van Jacobijnsche horden
en een gewetenloozen Held
tot Stedenkoningin verheven,
ontzachlijk, machtig over de aard,
en wie geen Almacht-zelf doet beven,
wier zwavelregen haar nog spaart!

Die Stad is ’t Babel onzer dagen!
Als Babel stort zy eens in puin!
De grond is moede haar te dragen!
De Hemel haat haar trotsche kruin!
Die Stad is ’t hedendaagsche Gomorrhe,
’t verbeestlijkt Sodom van Euroop,
dat, schoon de donder om haar knorre,
geen God vermoedt, wiens macht haar sloop’!

Wie stichtte u, Stad van goddeloosheid?
Wie vestte uw gronden, ijzren troon,
waar zich Onzeedlijkheid en Boosheid
verkondigen als Wereldgoôn?
Wat had, met Lucifers verbonden,
(ijs, droef misleide wereld! ijs!)
bouwde op hun Godgebate gronden
dat hartverlokkende Parijs?