Deze pagina is proefgelezen
Wie plantte u, boom van Ongenade,
om op te groeien tot verderf,
voor d’ al te licht verleidbren zade,
die zonde en dood ontfing ten erf?
Wat gruwzame aard houdt u omsloten?
Wat gif is ’t, dat uw wortels voedt?
Wat pestwolk regende op uw loten?
Wat helvuur rijpte u met zijn gloed?
Trouwloosheid nestelt in uw bladen!
En wie zijn’ God vijandig is,
wie Recht en Waarheid wil verraden,
vindt in uw schaduw lafenis!
Uw bloesems zijn verboden weelden,
en lusten, waar de Deugd in smoort!
De vruchten, die uw takken teelden,
zijn heilischennis, koningsmoord!
En wie zijn’ God vijandig is,
wie Recht en Waarheid wil verraden,
vindt in uw schaduw lafenis!
Uw bloesems zijn verboden weelden,
en lusten, waar de Deugd in smoort!
De vruchten, die uw takken teelden,
zijn heilischennis, koningsmoord!
En echter (o rampzaalge ontzindheid!
O dwaasheid, ’s Hemels gramschap waard!)
u huldigen in droeve blindheid,
de laffe volkeren der aard!
Zij strekken onbedachte handen
naar ’t hart- en zielverdervend ooft,
waar in des Satans prikkels branden,
terwijl het enkel heil beloofd!
O dwaasheid, ’s Hemels gramschap waard!)
u huldigen in droeve blindheid,
de laffe volkeren der aard!
Zij strekken onbedachte handen
naar ’t hart- en zielverdervend ooft,
waar in des Satans prikkels branden,
terwijl het enkel heil beloofd!
Reeds krimpen Duitschlands ingewanden,
gefolterd door dat doodlijk vocht!
Het doet Itaaljes aders branden,
dat in uw vrucht verkwikking zocht!
Reeds heeft zy ’t half ontzenuwd Spanje
van kennis en verstand beroofd,
en zelfs het sterk gespierd Brittanje
stijgt zy bedwelmend naar het hoofd!
gefolterd door dat doodlijk vocht!
Het doet Itaaljes aders branden,
dat in uw vrucht verkwikking zocht!
Reeds heeft zy ’t half ontzenuwd Spanje
van kennis en verstand beroofd,
en zelfs het sterk gespierd Brittanje
stijgt zy bedwelmend naar het hoofd!
Maar wacht u, Stam zoo vol verleiding!
Uw takken reiken al te hoog!
En beef voor verdere verspreiding,
hoe welig ’t loof ook bloeien moog’!
Uw takken reiken al te hoog!
En beef voor verdere verspreiding,
hoe welig ’t loof ook bloeien moog’!