Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/363

Deze pagina is proefgelezen
zevental uit Arons zaad!
tot de trotsche stad vergaat.
Zesmaal zullen deze muren
d’ aanval vna ’t geheel verduren,
en de heerlijkheid weêrstaan:
by het zevende ochtendrijzen
zal hier God zijn kracht bewijzen,
en de hoogheid nederslaan!

Zevendubbel ommegangen,
ramsbazuimgeschal, vervangen
door den kreet van ’t juichend heir,
stormen ijzren wallen neêr!
Ziet! De ontzette gronden knakken!
Ziet! De ontwrichte muren zakken!
’t Is Jehova, Hy-alléén;
Hy, de in Israël bekende,
Die den slavernijdag wendde,
heeft de vesting platgetreên!

Nu staat Jericho u open,
Israël! Gy zult haar slopen,
haar gedachtnis verga!
En vermeet’ zich, vroeg of spâ,
niemand ooit haar torenspitsen,
die Jehovaas bliksemflitsen
tergend lokten door haar trots,
uit haar puin weêr op te trekken,
want geen stadsmuur zal hem dekken
tegen ’t wraakgerichte Gods!

Hiëls eerst- en jongstgeboorne
tuigden de afgedreigde toorne,
en betaalden met hun bloed
vaders gruwbren overmoed![1]
Al wie Jericho herbouwen,
door hun voorbeeld onweêrhouen,
zullen meê ten afgrond gaan!

  1. 1 Koningen XVI: 34