Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/374

Deze pagina is proefgelezen
O! hoe lieflijk tuigt het al,
dat, wat ooit zich 't hart verbeeldde,
de allerhoogste hemelweelde,
vrede, vrede wezen zal!

II.

Maar gy zaagt het tevens aan,
hoe de Heiligen zich schaarden
om de Heidenen te slaan,
op de hagelwitte paarden![1]
  Aan hun hoofd, o Zoon, waart gy!
strijden gingt ge en triumfeeren!
VORST DER VORSTEN, HEER DER HEEREN,
was geschreven op Zijn dij.

I.

Vrede, vrede, vrede in 't huis,
waar die Naam wordt aangebeden!
Vrede wrocht Hy door zijn kruis,
en Hy heeft den Draak vertreden!
Aan de voeten van het Lam,
is het vreugde, lieven, loven,
in 't Jerusalem daar boven,
waar nooit onrust binnenkwam!

II.

Maar op aarde strijdt de Kerk!
Oorlog aan wie God bevechten,
dat is hier-beneên uw werk,
Jesus uitgezonden knechten!
Wie zich niet door 't bloed van 't Lam
't zondig hart liet overstelpen,
dat hy siddre voor de welpen
voor den Leeuw uit Judaas stam!

—————

SLOTZANG.

Krijg en Vrede! paart u saam,
om Gods glorie te verbreiden,
boden van één zelfden Naam,

  1. Openb. XIX: 11-16.