Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/375

Deze pagina is proefgelezen
telgen van één hemel beiden!
beiden voert ge ons in Gods rust!
Uit te rukken en te planten
is de last der Godsgezanten,[1]
en der Opperwijsheids lust!

Oorlog aan den Cananiet
in 't beloofde land der vaderen!
en, in Isrels erfgebied,
wraak en oordeel aan verraderen!
Krijg aan Babels hoererij!
en in eeuwigheid geen Vrede
met de afgodendienst der Rede,
en des Oproers hovaardij!

Vrede aan 't einde van den baan!
Dat zy rusten van hun werken,
wien de maaidag op mag gaan
van de in bloed gezaaide Kerken!
Vrede aan U, o kindren Gods!
hongerigen, zielsvermoeiden,
en van liefdedorst ontgloeiden!
vrede in Christus, onzen Rots!

Heil den Leeuw uit Jesses stam,
die den heilstrijd heeft begonnen!
Lof aan 't uitverkoren Lam,
dat door lijden heeft verwonnen!
Krijg, tot dat van Satans rot
de allerlaatste zij vertreden!
Vrede tot in de eeuwigheden!
en in beiden — eer aan God!




GOD MET ONS.

Een iegelijk van u, heeft hy eenen psalm, heeft
hy eene leer, heeft hy eene taal, heeft hy eene
openbaring, heeft hy eene uitlegging; laat alle
dingen geschieden tot stichting
Paulus.

In diepten verzonken van leed en ellende,
het hart in bedwelmende droomen verward,

  1. Jer. I : 10.