Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/378

Deze pagina is proefgelezen

GOD MET ONS.
HYMNE.

Ziet de maagd zal zwanger worden, en eenen
zoon baren,en gy zult zijnen naam heeten Emma-
nuel, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.
Matth. I: 23.
De verborgenheid der Godzaligheid is groote
God, is geopenbaard in het vleesch.
1 Tim. III: 16.
Ik ben de eerste en laatste, en die leeft, en ik
ben dood geweest, en ziet, ik ben levendig in alle
eeuwigheid.
Openb. I: 17, 18.
God met ons! God op de aard! God uit de heerlijkheden
des ontoegankbren lichts in ’t stofgebied getreden!
God, van de Majesteit, die Englen siddren doet,
zich-zelv’ ontblootend, om uit menschlijk vleesch en bloed
een tempel, waar geheel Zijn volheid in wil wonen,
te vormen, zich als mensch aan menschen te vertoonen,
en menschensmart, en angst, en lijden, vloek en dood
te dragen voor den mensch die zich Zijn Eden sloot;
en, vlekloos in Zijn recht, in liefde nooit volprezen,
de Wreker van het kwaad, des zondaars Heil te wezen!
o Almacht van verstand! O diepte van genâ!
o Voorwerp voor de lier des Zangers, zonder gâ!…
Wat zeg ’k?…voor eeuwigheên van Serafijnengalmen,
om ’s werelds eindloosheid met lofgejuich te omwalmen!
o Openbaring, voor ’t geschapene gezicht
verblindend, duizlend, ja, verpletterend van licht,
zoo de Almacht-zelf niet sterkt uit steeds vernieuwde krachten!
O heilgeheimnis, die de hemelgeesten trachten
te ontdekken, maar, ontzet, ’t verheerlijkte gelaat
verbergen, om niet straks in d’ afgrond van Gods raad
zich-zelv’ te ontvallen, en verderving te ondervinden!
o Siddring van de hel! o Vreugd der Godsbeminden!
De Vorst des levens wordt geboren uit een maagd!
De Heer der heerlijkheid aan ’t kruis genageld,[1] draagt
in de eigen zelfkracht Gods het vloekgewicht der zonde,

  1. I Cor. II: 8. Hand. III: 15