Deze pagina is proefgelezen
AAN Ds. L. H. BAHLER.
Getrouwe, wien geen eeuw van ongeloof en laster
in d’ ijver van Gods Kerk geschokt heeft, of ontzet,
maar die, in ’t heilgeloof van ’t Godlijk woord steeds vaster,
zijn vijand weer bood met de waapnen van ’t gebed!
in d’ ijver van Gods Kerk geschokt heeft, of ontzet,
maar die, in ’t heilgeloof van ’t Godlijk woord steeds vaster,
zijn vijand weer bood met de waapnen van ’t gebed!
Hoe doet Gy ’s jonglings hart, aan ’s Heilands dienst geheiligd,
door ’t voorbeeld, dat Gy geeft, van krijgsdrift opengaan!
Wanneer ’t Uw achtbre kruin, steeds door zijn hand beveiligd,
nog onbezweken ziet in Zijn geleedren staan.
door ’t voorbeeld, dat Gy geeft, van krijgsdrift opengaan!
Wanneer ’t Uw achtbre kruin, steeds door zijn hand beveiligd,
nog onbezweken ziet in Zijn geleedren staan.
Ja! menig vuurgen strijd hebt Ge in Zijn kracht gestreden,
van dat Uw eerste jeugd zich op dien baan begaf!
Maar nimmer was Hy trouw, wiens Naam Gy hebt beleden;
de vuurpijl van de hel stuit op ’t geloofsschild af!
van dat Uw eerste jeugd zich op dien baan begaf!
Maar nimmer was Hy trouw, wiens Naam Gy hebt beleden;
de vuurpijl van de hel stuit op ’t geloofsschild af!
Uw leeftijd zag d’ orkaan zich over de aard-vergâre,
die mensch- en duivlendom door één verwarren moest;
uw leeftijd zag den val van troonen en altaren,
en Kerk en Vaderland in ’t stormgeweld verwoest.
die mensch- en duivlendom door één verwarren moest;
uw leeftijd zag den val van troonen en altaren,
en Kerk en Vaderland in ’t stormgeweld verwoest.
Door de Almacht dier Genâ, wier eer Gy mocht verkonden,
bleeft Gy voor d’ ijdlen klank dier Alverdraagzaamheid,
die niets wil dulden, dan den gruweldwang der zonden,
by d’ afval om U heen, verzekerd, onverleid!
bleeft Gy voor d’ ijdlen klank dier Alverdraagzaamheid,
die niets wil dulden, dan den gruweldwang der zonden,
by d’ afval om U heen, verzekerd, onverleid!
In tranen by ’t geweld der Kruisverloochenaren,
maar moedig in de hoop op ’t eeuwig levend Woord,
bleeft Ge op de onfeilbre Ster van Judaas Koning staren,
en wandeldet Uw weg in ’s harten eenvoud voort.
maar moedig in de hoop op ’t eeuwig levend Woord,
bleeft Ge op de onfeilbre Ster van Judaas Koning staren,
en wandeldet Uw weg in ’s harten eenvoud voort.
O! hebt Ge ook jaar aan jaar op ’t pad door U verkoren,
van d’ochtend tot de nacht bevochtigd en gezaaid,
geen arbeid op dit veld gaat immermeer verloren —
de vrucht wordt eens wellicht nog door Uw kroost gemaaid!
van d’ochtend tot de nacht bevochtigd en gezaaid,
geen arbeid op dit veld gaat immermeer verloren —
de vrucht wordt eens wellicht nog door Uw kroost gemaaid!
Ja! meer nog! uit dien vloed van gruwelen en logen,
die ’t ondergaand geslacht zal storten op ’t heelal,
die ’t ondergaand geslacht zal storten op ’t heelal,