Deze pagina is proefgelezen
tegen Hem ten oordeel zat,
wien de Wet Gods Zoon verklaarde,
wien als Richter van heel de aarde
vader Abraham aanbad!
wien de Wet Gods Zoon verklaarde,
wien als Richter van heel de aarde
vader Abraham aanbad!
Toen Pilatus zijn geweten,
in zijn Gabbatha gezeten,
uit lafharte vrees verried;
aan den moedwil der soldaten,
aan den eisch der onverlaten,
den Rechtvaardige overliet.
in zijn Gabbatha gezeten,
uit lafharte vrees verried;
aan den moedwil der soldaten,
aan den eisch der onverlaten,
den Rechtvaardige overliet.
Toen de Koning, Davids Zone,
met de scherpe doornenkroone,
in het spotkleed, buitenkwam,
al den smaad droeg van die snooden,
en den bloedkreet van de Joden,
overdekt van smart, vernam!
met de scherpe doornenkroone,
in het spotkleed, buitenkwam,
al den smaad droeg van die snooden,
en den bloedkreet van de Joden,
overdekt van smart, vernam!
Toen de Heilige der heiligen,
wien Zijn Almacht kon beveilgen,
’t alleruiterste onderging;
en, by ’t lasteren der scharen,
tusschen raauwe moordenaren
aan ’t vervloekte kruishout hing!
wien Zijn Almacht kon beveilgen,
’t alleruiterste onderging;
en, by ’t lasteren der scharen,
tusschen raauwe moordenaren
aan ’t vervloekte kruishout hing!
Toen de Man, by wien geen zonden,
geen bedrog ooit werd gevonden,
uit de diepten van zijn hert,
dat ontzettend woord deed hooren,
en de Zone, d’ Eengeboren
van Zijn God verlaten werd!
geen bedrog ooit werd gevonden,
uit de diepten van zijn hert,
dat ontzettend woord deed hooren,
en de Zone, d’ Eengeboren
van Zijn God verlaten werd!
Gy, aan schouwers uit den hoogen!
Englenscharen! Dekt uwe oogen
voor de aartsverborgenheên!
Wereld, hoor het met verschrikking!
Hoort het, zondaars! met verkwikking,
Wie dat alles heeft geleên!
Englenscharen! Dekt uwe oogen
voor de aartsverborgenheên!
Wereld, hoor het met verschrikking!
Hoort het, zondaars! met verkwikking,
Wie dat alles heeft geleên!