Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/395

Deze pagina is proefgelezen


Zalig, die in Hem geloven!
O! bestraal ons hart van boven,
Geest der Waarheid! God van heil!
Dat mijn ziele zich verlieze,
(dit’s het deel, dat ik verkieze!)
in die liefde zonder peil!

Looft, o Sion! prijst uw Heere!
De aarde luister’, 't Lam ter eere,
naar uw heilig psalmgebruisch!
Looft Hem, die de hel verplette!
Looft Hem, die Zijn volk ontzette!
Looft uw Koning aan het kruis!




II.
DE RUST IN HET GRAF.

En op den Sabbath rusteden zy naar het gebod.
Luc. XXIII: 56.
A.

Op den Zevenden der dagen heeft de Almachtige gerust
van den arbeid Zijner handen, Zijner oogen vreugde en lust!
Aard en hemel stond geschapen, man en gade, dag en nacht!
De eerste Schepping! 't eerste Menschdom! de eerste Sabbath! — 't Was volbracht.

B.

Op den Zevenden der dagen rustte Jesus in het graf
van den arbeid Zijner ziele, die Hy willend overgaf!
In de zwakheid van den kruisdood werkt een nieuwe Scheppingskracht:
't Is Vervulling! 't Is Verzoening! 't Is Verlossing ! — 't Is volbracht!



III.
(Wijze: Psalm 66.)

o Rustdag, lieflijkste der dagen!
hoe welkom was uw stilte aan 't hart
van Jesus vrienden, moê van klagen,
en schier verslonden in hun smart!
Gy waart hun eerste troost na 't lijden