Deze pagina is proefgelezen
Buigt u voor den drempel
van dien hemeltempel,
Kerke Gods op aard!
Looft Hem in den hoogen,
Heilgen, voor wier oogen
God zich dus verklaart!
van dien hemeltempel,
Kerke Gods op aard!
Looft Hem in den hoogen,
Heilgen, voor wier oogen
God zich dus verklaart!
Ge ontsloot u voor den Vorst der eere,
o poorten der gerechtigheid![1]
Ge ontfingt der legerscharen Heere
in Zijne Middlaarsmajesteit!
Jesus daalde neder!
Jesus keerde weder
in Zijn heerlijkheid,
daar Hy voor de zijnen
tot Hy zal verschijnen,
bidt, en plaats bereidt!
o poorten der gerechtigheid![1]
Ge ontfingt der legerscharen Heere
in Zijne Middlaarsmajesteit!
Jesus daalde neder!
Jesus keerde weder
in Zijn heerlijkheid,
daar Hy voor de zijnen
tot Hy zal verschijnen,
bidt, en plaats bereidt!
De Heere sprak tot mijnen Heere:
„Zit aan mijn rechterhand met mij!”[2]
Dat alle hoogheid zich verneêre
voor ’t schepter dezer heerschappij!
Leg de waapnen neder
voor dien Draakvertreder,
overwonnen hel!
Schuddet Hem uw palmen,
wierookt Hem met psalmen,
Geestlijk Israël!
„Zit aan mijn rechterhand met mij!”[2]
Dat alle hoogheid zich verneêre
voor ’t schepter dezer heerschappij!
Leg de waapnen neder
voor dien Draakvertreder,
overwonnen hel!
Schuddet Hem uw palmen,
wierookt Hem met psalmen,
Geestlijk Israël!
De glorie straalt uit dien Behouder,
dien ’t bloedig zweet werd uitgedrukt!
De Heerschappij rust op dien schouder,
die onder ’t kruishout ging gebukt!
Dien de Heidnen hoonden,
en met doornen kroonden,
heerscht als aller Heer!
Dien de wereld smaadde,
dien de vloek belaadde,
leeft, gekroont met eer!
dien ’t bloedig zweet werd uitgedrukt!
De Heerschappij rust op dien schouder,
die onder ’t kruishout ging gebukt!
Dien de Heidnen hoonden,
en met doornen kroonden,
heerscht als aller Heer!
Dien de wereld smaadde,
dien de vloek belaadde,
leeft, gekroont met eer!