Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/422

Deze pagina is proefgelezen
Alwaar Uw Kerk zoo heerlijk bloeide,
en ’t land met zegen oversproeide,
op wiens van God gewijden grond
De kruisvaan triumfeerden stond!

Toen Uw profeten profeteerden,
toen Uw getrouwen ’t land regeerden,
naar de uitspraak van Uw Woord en Wet;
toen voor der Kerken smeekgebed
de vijand met verschrikking vluchtte,
en Neêrlands vastendagen duchtte,
meer dan de scherpte van het zwaard,
gevoerd voor ’t dierbaarst goed op aard!

Toen de achtbre Raadsvergaderingen
met Isrels Gode te rade gingen,
en ’t heil van stad en vaderland
verbeidden uit eens Heilands hand!
Toen ’t dankbre volk Gods ordning eerde,
de jeugd geen andre wijsheid leerde,
dan die in ’t Woord haar oorsprong nam —
en ’t land ten top van welvaart kwam!

Toen boven al die keurgeslachten,
die in Gods huis hun offers brachten,
de Oranjestam de kruin op stak
in weelderigen tak op tak,
met hemeldauw en vruchtbren regen
besproeid, heel Nederland ten zegen,
dat in zijn schaduw heil genoot,
de Kerken voedstrend in zijn schoot!

Gedenk, o God! aan ’t welbehagen,
betoond aan Neêrlands jonglingsdagen!
Gedenk, o Heer! aan Nassaus huis,
dat voor de smaadheid van Uw kruis
des werelds heerlijkheid verzaakte,
van liefde voor uw heilwoord blaakte,
voor de eere van Uw Naam en Kerk,
en van ’t door U gewrochte werk!

Gedenk aan Willem van Oranje,
den schrik van ’t oppermachtig Spanje,