Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/429

Deze pagina is proefgelezen
en groeten Bruidegom, ja Christen Echtgenoot,
en galmen met u uit: Mijn ziel, maak de Almacht groot!
Ja! de afgebedene hebt gy van God ontfangen!
Ze is de uwe! Meer dan ooit in menschelijke zangen
kon worden uitgestort, bidt u mijn broederhert
by dezen feestkelk, die u volgeschonken werd
van ongemengde vreugd, met tranen toe! De Heere
de God van Israël verleen’, Zijn Naam ter eere,
vernieuwden wasdom aan ’t geplante van Zijn hand!
Hy heilge dag voor dag uw heilgen huwlijksband
in steeds herlevendigd vertrouwen en gelooven,
door d’ immer verschen gaaf der zalvinge van boven.
Hy maak’ teedre maagd, wier liefde u toebehooort,
een blijde moeder eens in Isrel, naar Zijn Woord,
een vruchtbren wijnstok aan uw zij, versierd met ranken,
vermenigvuldigd om uw disch. O! laat ons danken,
en juichen by ’t verschiet, dat heden zicht onthult
voor ’t oog der hope, die ons hart, als ’t uw, vervult.
Verheug u, Bruidegom! in de u geschonken gade;
met haar zal u de troost der hemelsche genade,
daar zich haar hart aan ’t uwe in d’ eigen heilroem paart,
als uit een dubblen wel toestroomen op deze aard!
Zy zal u onder ’t kruis, waartoe wy zijn verkoren,
waaronder ’t heilrot rijpt, aan Jesus volk beschoren,
ten zalfster zijn, terwijl zy lieflijk op u leunt,
ten moedverwekster, daar uw hand haar ondersteunt,
by alles, wat ge u ooit met God zult onderwinden,
by alles, wat uw hand van dat tot dagt zal vinden,
om voor Zijn naam en zaak en heilge dienst te doen,
om kranken hulp te biên, om d’ouden stok te voên,
om over weeuw en wees, ellendigen en armen,
van uit de volheid van Zijn weldaân, u te ontfermen,
daar zal zy met u zijn, daar zal ze in vreugde en smart,
eenzelvig naast u staan, één vleesch, één ziel, één hart!
Maar gy, o Bruid! verlaat uw vader en uw moeder,
en volg (’t is Gods bevel) uw man, uw Hoofd, uw Hoeder!
Hy zal u, onder God, geleiden op dat pad,
dat ’s Heilands bloed ontsloot naar de eeuwge hemelstad!
Uws Egaas liefde zal u sterken te allen tijde!
Gy zult, in God gerust, niet vreezen aan zijn zijde.