Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/434

Deze pagina is proefgelezen

TER ECHTVIERING
VAN
den Heer MATHILE JACQUES CHEVALLIER
EN
Jonkvrouwe ESTHER BELMONTE.

Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is
over, hy is overgegaan;
de bloemen worden gezien in den lande, de zang-
tijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt ge-
hoord in onzen lande.Hooglied II: 11, 12.
In den Naam des Gods van Jacob, onze hulp en onze schild,
die de heemlen schiep en de aarde, die van d' aanvang heeft gewild,
dat de mensch niet zoude alleen zijn, maar veréénd als man en vrouw,
in verdubbeling van aanzijn, Hem den Schepper, dienen zou,
hem, als t' zaamverlosten eeren en beminnen met een hart,
van den zondedood behouden, door eens Heilands kruisdoodsmart!
In den Naam van dien Verlosser, die in 't lichaam geopenbaard,
als de Brugom der Gemeente, die Hem zuchtend beidt op aard,
haar gezocht heeft, haar gekocht heeft, zich geheiligd en getrouwd,
en met eigen bloed en lichaam immer laaft en onderhoudt,
en met ziels- en hartversterking, en met gaven zonder tal
vergewist van trouw en liefde, tot Hy weêr verschijnen zal!
In dien heilnaam, aangeroepen over dezen bruiloftsdisch,
die door Zijn getrouwe ontferming ons te beurt gevallen is,
heffen we, o bevoorrecht Bruidspaar! den verlossingsbeker op
met tot Hem gerichte harten, die uw vreugde voert ten top;
drinken wy den wijn des feestheils, die u vol geschonken wordt
uit dien rijkdom van genade, die ook 't zoenbloed voor u stort:
psalmen wy de heilbeloften, aan Gods Isrel toegezeid,
aarde- en hemelzegeningen, voor 't geloove toebereid!
Neen! geen lied der dartle vreugde, neen! geen wijn der overdaad,
neen! geen beker der bedwelming past by 't feest van Abrams zaad,
past by 't feest der Echtelingen, door geen aard- of wereldzin,
maar door éénheid van verwachting, maar door reine zielemin
saam verbonden, één geworden voor het aangezicht van God,
wien zy ziel en hart betrouwden met geheel hun weg en lot!
Hoog gezegend, rijk in hope, vol des geestelijken goeds
is, o broeder onzes huizes! is, o zuster onzes bloeds!