Deze pagina is proefgelezen
in ’t leven, en verlaat het stoffig boekvertrek
voor ruimer dampkring en voor schittrender bestek;
en streeft al verder van ontdekking tot ontdekking,
tot telkens dieper kracht- en levenslust-verwekking,
en richt verbonden met den Wereldhandel op,
en voert de wonderen der Nijverheid ten top.
Het menschdom spiegelt zich, betooverd, in de weelde,
die vereenvoudiging der werktuigschepping teelde,
in woning, in kleedij, in levenswijs en staat
verjeugdigd, ja kan ’t zijn, in houding en gelaat.
Een nieuwe loopkring is voor heel deze aard begonnen!
Uit kool- en ijzermijn ontsprongen haar de bronnen
van snelheid, macht en licht. Het helle koolvuurgaz
vervangt de tinteling van ’t maagdelijke was.
Het zeegevaarte voelt zijn ingewanden leven,
en roept geen drijfkracht meer van buiten, om te zweven.
Ja meer! de vrije zee, waarin de stoomboot zwemt,
en ’s aardrijks vaste korst in ijzren band geklemd,
waarop de spoortrein gonst, wedijvren met elkander.
Zie langs zijn tweelingslijn dien fellen Salamander!
Vuur sist het uit zijn buik, die rammelt over de aard.
Hy voert bevolkingen en legers in zijn staart,
metalen tenten, die met bliksemende wielen
wat stand houdt, waar hy schreeuwt, verplettren en vernielen
Hy runt, hy vliegt, hy rukt, verwaten en verwoed,
afgronden in ’t gezicht, en bergen te gemoet,
die wijken, of, doorboord, een open heirbaan laten.
De steden naadren tot elkander; Volken, Staten
doorkruisen, mengen zich, Eén zelfde stoomkrachtvaart
sleept heel ons menschdom voort, en effent heel onze aard,
by ’t ruischen van een zee muzijk- en zangakkoorden,
waar ’t lied van Strauss meê stemt, en invalt met dees woorden
„zie hier uw goden: Kunst en Kracht en Industrie!
„en voorts! geen eerdienst meer dan de eerdienst van ’t Genie!”
voor ruimer dampkring en voor schittrender bestek;
en streeft al verder van ontdekking tot ontdekking,
tot telkens dieper kracht- en levenslust-verwekking,
en richt verbonden met den Wereldhandel op,
en voert de wonderen der Nijverheid ten top.
Het menschdom spiegelt zich, betooverd, in de weelde,
die vereenvoudiging der werktuigschepping teelde,
in woning, in kleedij, in levenswijs en staat
verjeugdigd, ja kan ’t zijn, in houding en gelaat.
Een nieuwe loopkring is voor heel deze aard begonnen!
Uit kool- en ijzermijn ontsprongen haar de bronnen
van snelheid, macht en licht. Het helle koolvuurgaz
vervangt de tinteling van ’t maagdelijke was.
Het zeegevaarte voelt zijn ingewanden leven,
en roept geen drijfkracht meer van buiten, om te zweven.
Ja meer! de vrije zee, waarin de stoomboot zwemt,
en ’s aardrijks vaste korst in ijzren band geklemd,
waarop de spoortrein gonst, wedijvren met elkander.
Zie langs zijn tweelingslijn dien fellen Salamander!
Vuur sist het uit zijn buik, die rammelt over de aard.
Hy voert bevolkingen en legers in zijn staart,
metalen tenten, die met bliksemende wielen
wat stand houdt, waar hy schreeuwt, verplettren en vernielen
Hy runt, hy vliegt, hy rukt, verwaten en verwoed,
afgronden in ’t gezicht, en bergen te gemoet,
die wijken, of, doorboord, een open heirbaan laten.
De steden naadren tot elkander; Volken, Staten
doorkruisen, mengen zich, Eén zelfde stoomkrachtvaart
sleept heel ons menschdom voort, en effent heel onze aard,
by ’t ruischen van een zee muzijk- en zangakkoorden,
waar ’t lied van Strauss meê stemt, en invalt met dees woorden
„zie hier uw goden: Kunst en Kracht en Industrie!
„en voorts! geen eerdienst meer dan de eerdienst van ’t Genie!”
Erken uw zegen, kroost van Japeth! Neen, het teeken
der afkomst van uw geest is nooit van u geweken!
gy zijt van Goddelijk geslacht! de heerschappij
der schepping hoorde aan u, — maar aan haar Schepper, gy!
nog heeft Natuur in last haar Ondergod naar de oogen
der afkomst van uw geest is nooit van u geweken!
gy zijt van Goddelijk geslacht! de heerschappij
der schepping hoorde aan u, — maar aan haar Schepper, gy!
nog heeft Natuur in last haar Ondergod naar de oogen