Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/486

Deze pagina is proefgelezen
met de Godgewijde vreugde van het dierbaarst Christenpaar,
by het ronden van hun echtheil tot zijn vijf en twintigst jaar!

Weder vijf en twintig jaren! Op dien klokslag vond reeds meer
mijn schier uitgebluschte dichtkracht nieuwe levensvonken weêr.
En ik greep op nieuw de cither, van een hooger vuur bevrucht,
ja, ik dreef weêr op uw golven, ja, ik zwom weêr in uw lucht,
poëzy, my eens zoo dierbaar! poëzy, my weêr vergund!
poëzy, die in uw toonen alles wedergeven kunt
wat de ziel gevoelt in t binnenst, t zij ze aanschouwt, hetzij ze aanbidt,
of by t woord des Eengen Meesters luistergretig nederzit.

Was die dichtvlucht slechts het afscheid van een vroeger levenszucht?
Is de dichtgaaf slechts een bloesem, onbestaanbaar met de vrucht?
Zullen hymnen nog eens stijgen, uit mijn weêr herleefde lier?
Of besloot veeleer voor altoos zich mijn dichterloopbaan hier?
Hooger wil zal dat beslissen, wat ik zelfs te wenschen schroom!
Geef my waarheid, slechts, o Hemel! weg met d ijlen dichterdroom!

Doch wat verder ook moog worden van mijn neêrgelegde luit,
op uw feestdag, dierbre Bruigom! by uw echtheil, achtbre Bruid!
zou my zwijgen mooglijk wezen? — Eer bewogen zich van zelf
deze snaren, zegegalmend, onder t groenende gewelf,
dan dat deze heilgedenkdag, dan dat dit bevoorrecht feest
door des Bruigoms boezembroeder onbezongen waar geweest! —
Laat my met U mogen loven! k Zag sints meer dan twintig jaar
wat U God gaf voor elkander, wat U God gaf in elkaâr.
'k zag Uw huis van vrede bloeien, gullen zin, herbergzaamheid;
'k zag het vette beloften aan Gods Isrel toegezeid,
toegeworpen aan uw zieldorst naar Zijn heilgeheimenis;
'k zag de olijvenplant ontbotten en zich kronklen om uw disch.
Wat uw handen ondernamen, liep voor s Heeren hand U meê.
Dreigden stormen? Hy sprak kalmte. Staken doornen? Hy gaf vreê. —
Josephs zegeningen daalden op uw schild bevoorrecht hoofd.
Zij met beving en aanbidding Zijn weldadigheid geloofd!

Ziet dien zegen nog vermeerderen; ziet uw heil steeds opgebouwd
van die Liefde, wie geen mildheid aan de Zijnen ooit berouwt.
Zie uw zonen, blijde Moeder! als zes stampilaren staan.
Zie uw dochter, dankbre Vader! tusschen Sions maagden gaan.
Zie ze groeien, zie ze bloeien, zie ze zegenrijk gepaard.