Deze pagina is proefgelezen
de goden van den tijd!
Niet om hun erf te wezen,
heeft God het ons bevrijd!
Niet om hun erf te wezen,
heeft God het ons bevrijd!
Zy zullen ons niet hebben,
zoo lang deze Ystad staat;
zoo lang in Neêrlandsche aadren
één polsslag Neêrlandsch staat;
zoo lang er heldenzielsgloed
in Nassaus Telgen blaakt; —
zoo lang de geest des Zwijgers
op ’t Delftsche praalgraf waakt!
zoo lang deze Ystad staat;
zoo lang in Neêrlandsche aadren
één polsslag Neêrlandsch staat;
zoo lang er heldenzielsgloed
in Nassaus Telgen blaakt; —
zoo lang de geest des Zwijgers
op ’t Delftsche praalgraf waakt!
Zoo lang één Friesche bodem
op Noordsche waatren drijft,
zoo lang van Utrechts Unie
nog één gedenknaam blijft,
zoo lang niet al de pijlen
verstompt zijn van den leeuw, —
zoo zullen ze ons niet hebben,
de goden dezer Eeuw.
op Noordsche waatren drijft,
zoo lang van Utrechts Unie
nog één gedenknaam blijft,
zoo lang niet al de pijlen
verstompt zijn van den leeuw, —
zoo zullen ze ons niet hebben,
de goden dezer Eeuw.
Wilt Gy ons slechts nog kennen,
God van het voorgeslacht!
Hoe zal de Schildleeuw brullen
van moed, van vreugd, van kracht!
Hope zal de Zeeleeuw plassen
in ’t welbekende sop,
en dagen vriend en vijand
tot stoute sprongen op!
God van het voorgeslacht!
Hoe zal de Schildleeuw brullen
van moed, van vreugd, van kracht!
Hope zal de Zeeleeuw plassen
in ’t welbekende sop,
en dagen vriend en vijand
tot stoute sprongen op!
Hoe zullen zy te zamen,
waar ’t Recht en Waarheid geldt,
gestand doen tegenover
Schijnvrijheid en Geweld!
Of, vreedzaam maar vol ijver,
van Oost- tot Westerboord
aan de aarde licht verkonden
door ’t Evangeliewoord.
waar ’t Recht en Waarheid geldt,
gestand doen tegenover
Schijnvrijheid en Geweld!
Of, vreedzaam maar vol ijver,
van Oost- tot Westerboord
aan de aarde licht verkonden
door ’t Evangeliewoord.
Den Negerslaaf, by ’t zwoegen,
de vrijheid door ’t kruis!
de vrijheid door ’t kruis!