Deze pagina is proefgelezen
Ja, in ' t huis des diep beproefden geve ons God in volle kracht,
in gezegende gemeenschap aan het hart te zien gebracht,
hoe, met Christus, heil en lijden, grafgewelf en paradijs,
zich ontmoeten, zich verklaren op aanbiddelijke wijs,
in die keuze : 't zij wy leven (God verleng' ons 't uwe lang!)
't zij wy sterven (komt eens de ure, niemand onzer zij die bang!)
't zij wy leven, 't zij wy sterven, 't zij er feestvreugd is of pijn,
's Heeren volgers, 's Heeren eigen, voor een eeuwigheid te zijn.
in gezegende gemeenschap aan het hart te zien gebracht,
hoe, met Christus, heil en lijden, grafgewelf en paradijs,
zich ontmoeten, zich verklaren op aanbiddelijke wijs,
in die keuze : 't zij wy leven (God verleng' ons 't uwe lang!)
't zij wy sterven (komt eens de ure, niemand onzer zij die bang!)
't zij wy leven, 't zij wy sterven, 't zij er feestvreugd is of pijn,
's Heeren volgers, 's Heeren eigen, voor een eeuwigheid te zijn.
AAN Jonkvrouwe W. L. VAN LOON,
BY HARE ECHTVEREENIGING MET
Jhr. Mr. P. J. ELOUT VAN SOETERWOUDE.
MET MIJNS BROEDERS CAPADOSE'S VERHAAL VAN HET STERFBED ZIJNS ZOONS.
De glans der jeugd,
de dag der vreugd,
waar 't hart op Jesus Christus ziet,
schuwt d' aanblik dezer rouwkleur niet.
God maakt zich groot
aan Canaas Bruiloftsdisch, en in der Zijnen dood.
de dag der vreugd,
waar 't hart op Jesus Christus ziet,
schuwt d' aanblik dezer rouwkleur niet.
God maakt zich groot
aan Canaas Bruiloftsdisch, en in der Zijnen dood.
20 April 1845.
AAN DEN HEER H. KRIEGER SCHUMER
OP DEN GEDENKDAG ZIJNER VIJF EN TWINTIGJARIGE AMBTSVERVULLING.
Men belt ! – deez' dag voor 't minst word' knaap noch maagd geboren,
zoo ver zich de oever strekt van Amstel, Spaarne of Vecht!
Geen rijtuig, aangehold op onze steenen sporen,
geen klinglen met de schel van d' ademloozen knecht!
Geen echtgenoot twee, drie, om Schumer ongeduldig,
en zich dat wakker hoofd betwistend in hun vuur,
maak' zich op dezen dag aan rustverstoring schuldig
van 't zilvren feestgerecht, zoo vluchtig toch van duur!
Gantsch anders een vertoon, dan versch geplukte wichtjes,
een schooner galm, o Vriend! werd heden u bereid,
dan ' t krijten of gekreun van nuchtren aangezichtjes,
in deez' hun vreemde lucht pas door u ingeleid.
Wat zeg ik ? Juist die kreet was immer in uw ooren
welluidend als muzijk voor 't plichtgetrouw gemoed ;
gy zoudt ze niet versmaan, indien ze ook thands by koren,
zoo ver zich de oever strekt van Amstel, Spaarne of Vecht!
Geen rijtuig, aangehold op onze steenen sporen,
geen klinglen met de schel van d' ademloozen knecht!
Geen echtgenoot twee, drie, om Schumer ongeduldig,
en zich dat wakker hoofd betwistend in hun vuur,
maak' zich op dezen dag aan rustverstoring schuldig
van 't zilvren feestgerecht, zoo vluchtig toch van duur!
Gantsch anders een vertoon, dan versch geplukte wichtjes,
een schooner galm, o Vriend! werd heden u bereid,
dan ' t krijten of gekreun van nuchtren aangezichtjes,
in deez' hun vreemde lucht pas door u ingeleid.
Wat zeg ik ? Juist die kreet was immer in uw ooren
welluidend als muzijk voor 't plichtgetrouw gemoed ;
gy zoudt ze niet versmaan, indien ze ook thands by koren,