Deze pagina is proefgelezen
Gy ook — gy gaaft in ’t eind den God des hemels eer!
Hy kwam, Hy sprak tot u. De hoogten vielen neêr.
Gy gaat voor Saraas voet uw dwazen trots bekennen;
gy wilt in Abrams tent u aan Gods ordning wennen!
Ja! (roept ge en voelt, met één, geheel uw aanzijn vrij!)
„o God des levens! Gy zaagt neder ook op my.”
Hy kwam, Hy sprak tot u. De hoogten vielen neêr.
Gy gaat voor Saraas voet uw dwazen trots bekennen;
gy wilt in Abrams tent u aan Gods ordning wennen!
Ja! (roept ge en voelt, met één, geheel uw aanzijn vrij!)
„o God des levens! Gy zaagt neder ook op my.”
1847.
AAN N. BEETS,
BY DE TERUGZENDING VAN EEN VAN HEM GELEEND
KAARTJE VAN HAARLEMS OMSTREKEN.
Wijs Herder! wijs nog lang aan zoekenden den weg.
Dat de Opperherder op uw arbeid Amen zegg'!
Dat de Opperherder op uw arbeid Amen zegg'!
Heemstede 1847.
AAN MIJNE LIEVE EGADE,
OP HAAR VERJAARDAG,
INVALLENDE OP GOEDEN VRIJDAG, 2 APRIL, DEZES JAARS 1847.
Meer dan eens, geliefde Gade! by het vieren van den dag,
dien ik heden met ons vijftal dankend weder groeten mag. —
meer dan eens was, by de vreugde, die uw jaarfeeststonde ons brengt,
leed en rouw op onze harten, weedom rondom ons, gemengd!
Meer dan eenmaal trokken nevels voor dat lentezonlicht heen,
dat om uw geboorteviering dubbel welkom my bescheen.
Ja, wy loofden en wy weenden ; en de doornen dezer aard
griefden vaak ook onder 't stijgen van den dankpsalm hemelwaart.
dien ik heden met ons vijftal dankend weder groeten mag. —
meer dan eens was, by de vreugde, die uw jaarfeeststonde ons brengt,
leed en rouw op onze harten, weedom rondom ons, gemengd!
Meer dan eenmaal trokken nevels voor dat lentezonlicht heen,
dat om uw geboorteviering dubbel welkom my bescheen.
Ja, wy loofden en wy weenden ; en de doornen dezer aard
griefden vaak ook onder 't stijgen van den dankpsalm hemelwaart.
Gade, my van God behouden tot mijn trouwe hulp en troost!
gade, levend voor uw egâ! moeder, levend in uw kroost!
heden, als ik God mag danken voor uw leven, uw bezit, —
als mijn ziel weêr op uw jaarfeest om een nieuwen zegen bidt, —
heden — spaarde ons Zijne Algoedheid nieuwe tranen onder 't kruis,
dat Hy in Zijn liefdewegen opgelegd heeft aan ons huis —
lost zich wederom de feesttoon van het diep geroerde hart
in 't herdenken op ééns lijdens, — ééner ongelijkbre smart!
Ééne smart, de bron voor eeuwig van een vreugde zonder peil!
Éénen dood, den prijs van zondaars voor het onuitspreeklijk heil!
gade, levend voor uw egâ! moeder, levend in uw kroost!
heden, als ik God mag danken voor uw leven, uw bezit, —
als mijn ziel weêr op uw jaarfeest om een nieuwen zegen bidt, —
heden — spaarde ons Zijne Algoedheid nieuwe tranen onder 't kruis,
dat Hy in Zijn liefdewegen opgelegd heeft aan ons huis —
lost zich wederom de feesttoon van het diep geroerde hart
in 't herdenken op ééns lijdens, — ééner ongelijkbre smart!
Ééne smart, de bron voor eeuwig van een vreugde zonder peil!
Éénen dood, den prijs van zondaars voor het onuitspreeklijk heil!