Deze pagina is proefgelezen
voor ’t oude en afgetobde en overvolle Euroop!
Des werelds loop keerde om. Dat Westen werd ons ’t Oosten
eens heiltijds, die onze aard van al de smart moet troosten,
geleden eeuw aan eeuw van de oude Dwinglandij!
Daarheen! van waar het eerst die versche klank van „Vrij”
Euroop doordaverde. Daarheen! wie lucht en leven
behoeft, wie boven stof en maatschappij wil zweven,
op meiren oeverloos, op bergen sterrenhoog,
op velden, eindloos vlak en ’t onbeneveld oog
door geene oneffenheên beleedigend. Daarhenen!
Wie van historie en ruïnenzich kan spenen
voor enkel menschheid en natuur; — wie arbeid wil,
’t zij voor een bete broods, die slechts den honger still’
hetzij om overvloed en schat. Rukt uit de pinnen
van de Europeesche tent, wie God en vrijheid minnen!
de vrijheid van de Kerk, en vrijheid van den Staat,
der pen, der pers, des wils, naar ieders lust of baat! —
maar naast die vrijheid, — hier, de Lynchwet (de Inquisitie
dier wereld)[1] daar de kreet van: dood aan de Abolitie!
en, naast dien volkswil en haar meesterenden blik,
in stelsel en praktijk de heerschappij van ’t Ik, —
voor recht, de ontwikkling van den enkling, — samentrekking,
van Staat- en zielkracht op dit hoofddoel, deze strekking!
Ach! de appel ook aldaar meer d’ oogen dan den mond
voldoening schenkend, en meer blozend dan gezond!
De driften, ook aldaar als in Europa gistend,
het schepsel ook aldaar met zijn Formeerder twistend!……
En toch! America! dat u geen Christen smaad’!
geen Protestant miskenn’! Een zaad, een kostbaar zaad
van Godsvrees, Christendom, Geloofstrouw, hebt ge in dagen
van vijandschap ten bloede uit England meedragen;
een zout, een licht, een kracht, door ’t Waarheidswoord dat sticht
Dat zout werd op uw grond niet zoutloos, en dat licht
niet uitgedoofd; die kracht bleef aan uw kroost gedijen,
niet krachtloos ooit gemaakt, zelfs door geen dweeprijen
als door de weligheid uws bodems voortgebracht.
Welaan, gy andre helft van ’t Britsche voorgeslacht!
wat aardsch of volksbelang uw kindren nog moog scheiden,
Des werelds loop keerde om. Dat Westen werd ons ’t Oosten
eens heiltijds, die onze aard van al de smart moet troosten,
geleden eeuw aan eeuw van de oude Dwinglandij!
Daarheen! van waar het eerst die versche klank van „Vrij”
Euroop doordaverde. Daarheen! wie lucht en leven
behoeft, wie boven stof en maatschappij wil zweven,
op meiren oeverloos, op bergen sterrenhoog,
op velden, eindloos vlak en ’t onbeneveld oog
door geene oneffenheên beleedigend. Daarhenen!
Wie van historie en ruïnenzich kan spenen
voor enkel menschheid en natuur; — wie arbeid wil,
’t zij voor een bete broods, die slechts den honger still’
hetzij om overvloed en schat. Rukt uit de pinnen
van de Europeesche tent, wie God en vrijheid minnen!
de vrijheid van de Kerk, en vrijheid van den Staat,
der pen, der pers, des wils, naar ieders lust of baat! —
maar naast die vrijheid, — hier, de Lynchwet (de Inquisitie
dier wereld)[1] daar de kreet van: dood aan de Abolitie!
en, naast dien volkswil en haar meesterenden blik,
in stelsel en praktijk de heerschappij van ’t Ik, —
voor recht, de ontwikkling van den enkling, — samentrekking,
van Staat- en zielkracht op dit hoofddoel, deze strekking!
Ach! de appel ook aldaar meer d’ oogen dan den mond
voldoening schenkend, en meer blozend dan gezond!
De driften, ook aldaar als in Europa gistend,
het schepsel ook aldaar met zijn Formeerder twistend!……
En toch! America! dat u geen Christen smaad’!
geen Protestant miskenn’! Een zaad, een kostbaar zaad
van Godsvrees, Christendom, Geloofstrouw, hebt ge in dagen
van vijandschap ten bloede uit England meedragen;
een zout, een licht, een kracht, door ’t Waarheidswoord dat sticht
Dat zout werd op uw grond niet zoutloos, en dat licht
niet uitgedoofd; die kracht bleef aan uw kroost gedijen,
niet krachtloos ooit gemaakt, zelfs door geen dweeprijen
als door de weligheid uws bodems voortgebracht.
Welaan, gy andre helft van ’t Britsche voorgeslacht!
wat aardsch of volksbelang uw kindren nog moog scheiden,
- ↑ Het Amerikaansche Volksgericht zonder vorm van proces.