Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/545

Deze pagina is proefgelezen
hoop en steun der duizendtallen
door tienduizend gesteund.
Maar het Godsuur had geslagen,
en de menschenschepping viel!
’t Zij gy roem of rouw moogt dragen,
menschheid! schouw het aan en kniel!

God is Richter! de aarde wacht.
De aarde ontroert en staat verwonderd,
als de God der eere dondert
en den dag verkeert in nacht.
Over de opgedreven waatren
wandelt Zijne koningstem!
Zeeen schuimen, scharen schaatren, —
en de storm verheerlijkt Hem.

En te midden van d’orkaan
geeft Hij vrede aan wie gelooven!
Hierbeneden en daarboven
in Zijn tempel bidt Hem aan!
Tusschen al die onweêrsgalmen
rollende over berg en rots.
ruischt het dáár verlossingspsalmen,
dáár genadewegen Gods!

Zanger[1], eenmaal opgevoed
by gewijde Bijbelwoorden,
straks, door kracht van taal akkoorden,
tot een heerscher op ’t gemoed,
tot een heerscher over scharen,
die ge op één gegeven stond
op doet bruischen en bedaren
naar ’t bezweeren van uw mond!

Wat gy waart en wat gy deedt,
toen ge op eens uw idealen
in het leven af deedt dalen,
en een troon in duigen smeet,
toen Gy meer dan koningsplichten
op uw schouders overnaamt, —

  1. Lamartine