Deze pagina is proefgelezen
„Maar leeft Alfonsus zegepraal
„op d’ ongedoopten Moor
„in vilkskronijk en volksgezang
„der jaren volgrij door, —
„Een zelfd vijand roept niet steeds
„ons stamhuis op ten strijd,
„en nieuwe plichten, nieuwen kamp
„baard ons een nieuwe tijd!
„ons stamhuis op ten strijd,
„en nieuwe plichten, nieuwen kamp
„baard ons een nieuwe tijd!
„Wat blikt ge, o Koning! Zuidwaart af,
„daar ’t onweêrt uit den Noord,
„waar ’t losgebroken oproervuur
„zich voedt aan ’t kettersch woord?
„daar ’t onweêrt uit den Noord,
„waar ’t losgebroken oproervuur
„zich voedt aan ’t kettersch woord?
„Wat laat ge uw Oom van Oostenrijk
„in dees zijn kamp alleen?
„en snelt niet met uw duizenden
„naar ’t muitend Neêrland heen?
„in dees zijn kamp alleen?
„en snelt niet met uw duizenden
„naar ’t muitend Neêrland heen?
„Of zien wy van ons wettig deel
„aan dezen kruistocht af?
„Men vreeze’ voor ’t minst het overwicht
„ook hier van Spanjes staf!
„aan dezen kruistocht af?
„Men vreeze’ voor ’t minst het overwicht
„ook hier van Spanjes staf!
„En o! dat niet ons Portugal,
„zes eeuwen glans ter wraak,
„uit d’ Africaanschen gloriedroom
„Spaansch wingewest ontwaak’!”
„zes eeuwen glans ter wraak,
„uit d’ Africaanschen gloriedroom
„Spaansch wingewest ontwaak’!”
De Kerkvoogd zwijgt, de spanning stijgt
een siddering gaat rond!
De Koning hoort, de Koning spreekt,
een glimlach om den mond:
een siddering gaat rond!
De Koning hoort, de Koning spreekt,
een glimlach om den mond:
„Eerwaardste zoon van Portugal!
„’t woord, dat gy spraakt, is waar!
„Verwarren we, in ’t belang des rijks,
„geen tijden met elkaêr!
„’t woord, dat gy spraakt, is waar!
„Verwarren we, in ’t belang des rijks,
„geen tijden met elkaêr!
„Neen! tusschen Spanje en Portugal
„in eeuwigheid geen twist!
„De wederzijdsche onwinbaarheid
„werd overlang beslist!
„in eeuwigheid geen twist!
„De wederzijdsche onwinbaarheid
„werd overlang beslist!