Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/80

Deze pagina is proefgelezen
ten loon van ’t eerloos feit, dat gy my voorslaan dorst!
Ga, vlied naat ’t schendig hof van die u heeft gezonden,
om hem mijn antwoord — neen! mijn woede te verkonden!
Zeg hem, dat ik mijn recht van geen verraders hoû,
en dat, schoon anders niet mijn handen waapnen zou,
dees dag, dees dag alleen, mijn haat zal doen ontgloeien,
om hem en heel zijn huis voor eeuwig uit te roeien!

OMAR.
Zoo loont met ’s Konings gunst met smaad……

ALFONSUS.

Vertrek, mijn Heer,
ik wel geen enkel woord van zulk een gruwel meer!



VIJFDE TOONEEL
DON ALFONSUS, DON EGAS.



EGAS.

Bedaar, en laat de zorg voor dierbaarder belangen
uw verontwaarding, geliefde Vorst, vervangen!
Geen oogwenk dien verzuimd, waar list en Staatszucht waakt,
en hartstocht en verdriet voor ’t grootsch ontwerp verzaakt!

ALFONSUS.

Neen, hoe my ’t lot vervolgt, getrouwste mijner vrinden,
vrees niet dat ge ooit mijn moed zult neêrgeslagen vinden!
Aan vorstenplicht gewijd, aan de eer van mijn geslacht,
schenkt, wat ik lijden mag, mijn boezem nieuwe kracht.
Kom, gaan we, ’t hoog besluit is eindelijk genomen!
En moet der burgren bloed in deze wallen stroomen,
mijn hand is schuldeloos. Dees dag getuigt mijn val,
of voert Graaf Hendriks zoon ten troon van Portugal!




TWEEDE BEDRIJF
EERSTE TOONEEL
DE GRAAF DE TRAVE, DONA THERESIA, Spaansche en Portugeesche
Edellieden met DON ALONZO GOMEZ aan het hoofd.



DE TRAVA.

Beschermers van den Staat, doorluchte rei van helden,