ter zijde van den Heer Opperkommandant, terwijl de twee eerst opgetredene jonge Dames zich achter de opgerichte en nu ontstokene outers plaatsten, en zich gereed maakten, om by het defileeren der dappere Verdedigers van de Citadel kort langs de Estrade, den wierook te plengen voor dezelve, die tevens dan ook ter nagedachtenis van de roemvol gesneuvelden opklom. Weldra nu begon het défilé en nu zag men de offers branden, enz.”
Amsterdamsche Courant van Woensdag den 20sten Junij, 1833.
Bladz . 430. [ Bij dit viertal Bijschriften, gewijd aan de gedachtenis van even zoovele Oranje-vorsten, schreef Da Costa in de Zangen de volgende :] AANTEEKENINGEN . LODEWIJK VAN NASSAU.
Van de vijf zonen van Graaf Willem van Nassau den Oude, handhavers en kampstrijders voor de zaak der Christelijke Godsdienst en der Nederlandsche Vrijheid, waren Prins Willem van Oranje en Graaf Johan van Nassau de oudsten, Graaf Adolf en Graaf Hendrik de jongsten, Graaf Lodewijk de derde. Met zijnen broeder Graaf Hendrik en Hertog Christoffel van de Paltz liet hy op de Mookerheide het leven, zonder dat men ooit heeft kunnen te weten komen op hoedanige wijze. Van geen der drie edele wapenbroeders zijn de lijken op het slagveld gevonden . Bladz. 431. v. 6. echt Ridder zonder vrees, en Christen zonder blaam ; De Gezant van Koningin Elisabeth in Frankrijk, Walsingham, schreef van hem : „ Graaf Lodewijk is de volmaaktste Edelman, dien ik gezien heb, zoo lang ik in Frankrijk ben geweest ; ik wenschte dat gij dien man kendet, welsprekend, zinrijk in woorden, maar, dat het voornaamste is, in het stuk van Godsdienst zulk een eerlijk man en onbesproken van leven, als rondborstig en te goeder trouw in de onderhandelingen." Men leere hem ten aanzien van leven en karakter nog naauwkeuriger kennen uit zijne Brieven in de Archives de la maison d' Orange Nassau, en de onderscheidene aanteekeningen, hem betreffende,