zoo algemeen door trapgewijze overgangen aan elkander geschakeld zijn? Waarom zou de natuur geen sprong maken? Als wij aan de natuurkeus gelooven, weten wij volkomen te zeggen waarom zij dat niet doet, want de natuurkeus kan slechts handelen door gebruik te maken van geringe wijzigingen: zij kan nooit een sprong nemen, maar moet met langzame en kleine schreden voortgaan.
WERKTUIGEN DIE SCHIJNBAAR VAN WEINIG BELANG ZIJN.
Als ik mij voor den geest bragt hoe de natuurkeus werkt door het leven en door den dood—door het bewaren van individuen met voordeelige wijzigingen en door het vernietigen van dezulken die nadeeligen bezitten—viel het mij niet zelden moeijelijk te begrijpen hoe er eenvoudige deelen konden bestaan, die niet belangrijk genoeg schijnen te zijn om de bewaring der individuen, die hen bezitten, te wettigen. Het is mij soms even moeijelijk gevallen het ontstaan van een schijnbaar hoogst onbelangrijk deel te verklaren, als dat van een zoo volkomen en zamengesteld werktuig als het oog.
Doch laat ons bedenken dat wij veel te weinig weten van de geheele huishouding der natuur, om uit te maken of zelfs de geringste wijziging van belang is voor het schepsel of niet.
In een vorig hoofdstuk heb ik eenige voorbeelden gegeven van hoogst onbelangrijke zaken, zooals het dons op de vrucht of de kleur van het vruchtvleesch, welke, wijl zij de aanvallen van insekten bepalen, of wijl zij in betrekking staan tot verschillen in den aard der voorwerpen, voorzeker door de natuurkeus zullen worden in acht genomen. De staart van den giraffe ziet er uit als een kunstig ingerigte vliegeklap, en in het eerst schijnt het ongeloofelijk dat hij door opvolgende ligte wijzigingen geschikt is gemaakt voor het doel, waartoe hij tegenwoordig gebruikt wordt, dat is tot een zoo onbelang-