Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/303

Deze pagina is gevalideerd
15
WEDERKEERIGE KRUISINGEN.

onderscheid vertoonen in elk deel van de bloem, en zelfs in het stuifmeel, in de vrucht en in de zaadlobben, desniettemin gekruist kunnen worden. Eenjarige en overblijvende planten; altijd groenblijvende boomen en boomen die hunne bladeren jaarlijks verliezen; planten die verschillende standplaatsen hebben en voor verschillende klimaten zijn geschikt—die allen kunnen dikwijls met gemak gekruist worden.

Door wederkeerige kruising tusschen twee soorten bedoel ik bij voorbeeld het geval van eenen hengst die met eene ezelin wordt gekruist, en van eenen ezel die met eene merrie paart: van die twee soorten kan men zeggen dat zij zich wederkeerig kruisen. Er is dikwijls het grootst mogelijke verschil in de gemakkelijkheid waarmede het maken van wederkeerige kruisingen gelukt. Zulke gevallen zijn zeer belangrijk, want zij bewijzen dat de vatbaarheid van twee soorten om zich te kruisen, dikwijls volkomen onafhankelijk is van de soortverwantschap en van eenig zigtbaar verschil in de geheele bewerktuiging. Aan den anderen kant bewijzen die gevallen duidelijk dat de vatbaarheid voor kruising verbonden is aan zulke verschillen der bewerktuiging, die voor ons onmerkbaar zijn en het voorttelingstelsel betreffen. Dat onderscheid in de uitkomsten der wederkeerige kruisingen van twee soorten is reeds lang geleden door kölreuter waargenomen. De wonderbloem, Mirabilis jalapa, kan gemakkelijk bevrucht worden door het stuifmeel van M. longiflora, en de daardoor voortgebragte basterden zijn vruchtbaar genoeg: maar kölreuter trachtte meer dan twee honderd malen, gedurende acht opeen volgende jaren, M. longiflora wederkeerig te bevruchten met stuifmeel van M. jalapa: al die pogingen mislukten geheel en al. Er zijn verscheidene gevallen van dien aard bekend. thuret heeft het zelfde feit bij zekere wieren, Fuci, waargenomen. Bovendien vond gärtner dat het, maar in minderen graad, zeer algemeen voorkomt. Hij nam het zelfs waar tusschen twee zoo naverwante vormen als onze beide