de gelijkheid in verschillende soorten eener klasse van de homologe deelen of werktuigen, ofschoon in de volwassenen voor zoo verschillend mogelijke einden geschikt. Larven zijn handelende, bedrijvige embryoos, die bijzonder gewijzigd zijn geworden in verhouding tot hunne levenswijze, ten gevolge van het beginsel dat eene wijziging op een beantwoordenden leeftijd wordt geërfd. Uit dit zelfde oogpunt—in acht nemende dat, als werktuigen terug gaan, hetzij door onbruik, hetzij door de keus, zulks veelal zal zijn in een levenstijdperk waarin het schepsel in zijne eigene behoeften moet voorzien—is het bestaan van rudimentaire werktuigen en hunne eindelijke opslorping voor ons geen onbegrijpelijke zaak: integendeel hun bestaan was zelfs te voren reeds te verwachten. De belangrijkheid van embryologische kenmerken en van rudimentaire werktuigen in de rangschikking, is te verklaren uit het oogpunt dat eene rangschikking slechts in zooverre natuurlijk is als zij eene genealogische genoemd kan worden.
Eindelijk, de verschillende feiten die wij in dit hoofdstuk beschouwd hebben, schijnen mij zoo duidelijk te verkondigen dat de ontelbare soorten, geslachten en familiën die op aarde bestaan, allen afkomstig zijn, elk in zijne eigene klasse of groep, van gemeenschappelijke stamouders, en dat zij allen voor en na gewijzigd zijn geworden—dat ik zonder verder beraad die leer zou gelooven, zelfs al werd zij niet door andere feiten en bewijzen gesteund.