voor het gemak gevormd. Dit mag geen verblijdend vooruitzigt zijn, maar wij zullen zoodoende ten minste verlost zijn van te vergeefs te trachten om de onontdekte en onontdekbare bepaling van het woord soort te vinden.
Ook de overige onderdeden der natuurlijke historie zullen grootelijks toenemen in belangrijkheid. De uitdrukkingen verwantschap, betrekkingen, eenheid van grondvorm, ouderschap, vormleer, overeenkomstige kenmerken, rudimentaire en geaborteerde werktuigen en dergelijken zullen niet meer in beeldsprakigen, maar in den eigenlijken zin gebruikt worden. Als wij niet langer een bewerktuigd wezen beschouwen gelijk een Wilde die eene stoomboot bekijkt, dat is als iets geheel boven ons begrip—als wij elk voortbrengsel der natuur beschouwen als de som van eene menigte wijzigingen, die allen ten nutte van den bezitter waren, bijna op gelijke wijze als wij eene machine houden voor de som van den arbeid, de ondervinding, de rede en zelfs de misslagen van eene menigte werklieden—als wij zóó alle bewerktuigde wezens beschouwen, hoe oneindig meer belangwekkend zal dan—ik spreek bij ondervinding—de studie der natuurlijke historie worden!
Een groot en bijna geheel onontgonnen veld van onderzoek zal er voor ons geopend worden—de oorzaken en wetten der veranderlijkheid, van het verband der deelen onderling, de uitwerkselen van het gebruik en het onbruik, van den onmiddellijken invloed der uitwendige levensvoorwaarden, en dergelijken meer. Het bestuderen van tamme schepselen zal zeer veel in waarde rijzen. Een nieuw, door den mensch voortgebragt ras zal een veel belangrijker en belangwekkender onderwerp van studie zijn, dan eene soort meer, gevoegd bij de ontelbare reeds bekende soorten. Onze rangschikking zal zooveel mogelijk een genealogische stamboom worden, en zal dan getrouwelijk voorstellen, hetgeen het "scheppingsplan" genoemd mag worden. De regelen voor de rangschikking zullen ongetwijfeld veel eenvoudiger worden, als wij een bepaald voorwerp in het oog