Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/95

Deze pagina is gevalideerd
81
HET BIJ ELKANDER LEVEN VAN VELE WEZENS.

mede zij in de digt opeengehoopte dieren van het eene individu in het andere overgaan — boven de gewone verhouding begunstigd zijn geworden: en hier zien wij dus ook eene soort van strijd tusschen den parasiet en zijne prooi. Aan den anderen kant is er in vele gevallen eene zeer groote verzameling van individuen eener zelfde soort, in verhouding tot het getal harer mededingers, volstrekt noodig om de soort in stand te houden. Zoo kunnen wij gemakkelijk en volop rogge of koolzaad op onze koornvelden kweeken, omdat er oneindig meer zaadkorrels zijn dan vogels, die er op azen; ook kunnen de vogelen niet, ofschoon in het eene jaargetijde overvloed van voedsel hebbende, zoo sterk toenemen in getal dat hunne menigte aan die der zaadkorrels beantwoordt, wijl hunne vermeerdering in den winter beperkt wordt. Doch hij die het beproefd heeft, weet hoe moeijelijk het is zaad te winnen van bij voorbeeld eenige tarweplanten in eenen tuin gekweekt: ik ten minste heb geen enkele korrel op die wijze kunnen verkrijgen. De omstandigheid dat eene groote schaar van eene soort noodzakelijk is voor haar behoud, verklaart naar mijne gedachten sommige zonderlinge feiten in de natuur: zooals dat zeer zeldzame planten soms zeer overvloedig aanwezig zijn op de weinige plaatsen waar zij voorkomen; of dat sommige gezellig wassende planten gezellig blijven, dat is dat zij talrijk zijn in individuen, zelfs op de uiterste grenzen van haar gebied. Want in zulke gevallen moeten wij gelooven dat eene plant slechts dáár konde bestaan, waar de voorwaarden voor haar leven zoo gunstig waren, dat er velen bijeen konden groeijen, en dus de soort voor vernieling bewaard kon blijven. Ik meen ook dat de goede uitwerkselen van eene veelvuldige kruising, en de slechte gevolgen van eene aanhoudende voortteling in de zelfde lijn hierbij eene rol spelen; doch het is hier niet de plaats om over dit onderwerp te spreken.

Veel zijn de voorbeelden die ons bewijzen hoe zamengesteld en in elkander grijpend de betrekkingen zijn tusschen de be-