33
kwam de spinmachine, de mechanische weefstoel, de stoomhamer; in plaats van de werkplaats voor enkelen, de fabriek waar honderden en duizenden samenwerken. En evenals de produktiemiddelen veranderde ook de produktie zelve uit een reeks van handelingen van enkelen in een reeks van maatschappelijke handelingen en de produkten uit produkten van enkele personen in maatschappelijke. Het garen, het geweven goed, de metalen waren, die nu uit de fabriek kwamen, waren het gemeenschappelijk produkt van vele arbeiders, door wier handen zij volgens de rij moesten gaan, voordat zij klaar waren. Geen enkel mensch kan daarvan zeggen: dit heb ik gemaakt, dit is het produkt van mijn arbeid.
Waar echter de natuurlijke deeling van den arbeid in de maatschappij grondvorm der produktie is, daar drukt zij op de produkten den vorm af van waren, waarvan het wederkeerig ruilen, koopen en verkoopen, de afzonderlijke voortbrengers in staat stelt hun menigvuldige behoeften te bevredigen. En dit was het geval in de middeneeuwen. De boer b.v. verkocht landbouwvoortbrengselen aan den handwerksman en kocht daarvoor van dezen zijn produkten. In deze maatschappij van warenproducenten schoof de nieuwe produktiewijze. Midden in de natuurlijke, planlooze verdeeling van den arbeid, gelijk zij heerschte in de geheele maatschappij, plaatste zij de verdeeling van arbeid volgens een plan, gelijk zij geregeld was in de fabriek; naast de produktie van enkelen trad de maatschappelijke produktie. De produkten van beiden werden op dezelfde markt verkocht, dus tegen gelijke prijzen, bij benadering althans. Maar de organisatie volgens vast plan was machtiger dan de natuurlijke arbeidsdeeling; de maatschappelijk werkende fabrieken