44
druk der door haar zelve voortgebrachte produktieve krachten. Zij kan deze massa produktiemiddelen niet meer geheel veranderen in kapitaal; zij liggen braak en daarom moet ook het industrieele reserveleger braak liggen. Produktiemiddelen, levensmiddelen, disponibele arbeiders, alle elementen van produktie en algemeenen rijkdom zijn in overvloed voorradig. Maar "de overvloed wordt de bron van nood en gebrek" (Fourier) omdat deze het juist is, die de verandering van produktie en levensmiddelen in kapitaal belet. Want in de kapitalistische maatschappij kunnen de produktiemiddelen niet in werking komen, tenzij ze zich eerst in kapitaal, in middelen tot opzuiging van menschelijke arbeidskracht omzetten. Als een spooksel staat de noodzakelijkheid van de eigenschap der produktie- en levensmiddelen als kapitaal tusschen hen en de arbeiders in. Zij alleen belet het samengaan van de zakelijke en persoonlijke hefboomen der produktie, zij alleen verbiedt de produktiemiddelen om in werking te treden, de arbeiders om te arbeiden en te leven. Aan de eene zijde dus wordt de kapitalistische produktiewijze van haar eigen onvermogen tot verdere aanwending dezer produktieve krachten overtuigd. Aan de andere zijde dringen deze produktieve krachten zelven met toenemende macht naar opheffing der tegenstelling, naar de verlossing van haar eigenschap als kapitaal na de feitelijke erkenning van haar karakter als onnatuurlijke produktieve krachten.
Het is deze tegendruk der geducht aangroeiende produktieve krachten tegen haar eigenschap als kapitaal, deze toenemende dwang tot erkenning van haar maatschappelijke natuur, waardoor zelfs de klasse der kapitalisten wordt genoopt haar meer en meer, voor zoover dit mogelijk is binnen het kapitalistische stelsel, als