grootste deel van hun eigen behoefte zelven, zij hadden tuinen en kleine landerijen, zij zonden hun vee naar het gemeenschappelijk woud dat hun tevens werkhout en brandstof leverde; de vrouwen sponnen vlas, wol enz. De productie die ruil ten doel had, de warenproductie, was eerst aan het ontstaan. Derhalve beperkte ruil, beperkte markt, stabiele productiewijze, plaatselijke afsluiting naar buiten, plaatselijke vereeniging naar binnen; de mark op het land, de gilden in de stad
Met de uitbreiding der warenproductie echter, en in het bizonder met het optreden der kapitalistische productiewijze, traden ook de tot dusver sluimerende wetten der warenprodudtie openlijker en machtiger in werking. De oude corporaties werden onvaster, de oude afsluitingsperken verbroken, de producenten meer en meer in onafhankelijke, opzichzelfstaande warenproducenten vervormd. De anarchie der maatschappelijke productie tred aan den dag en werd meer en meer op de spits gedreven. Het voornaamste werktuig echter waarmee de kapitalistische productiewijze deze anarchie in de maatschappelijke productie deed toenemen, was juist het tegendeel der anarchie: de stijgende organisatie der productie als maatschappelijke productie in elk afzonderlijk productie-etablissement. Met dezen hefboom maakte zij aan de oude vreedzame stabiliteit een einde. Waar zij in een tak van industrie ingevoerd werd, duldde zij geen oudere bedrijfsmethode naast zich. Waar zij zich van het handwerk meester maakte, vernietigde zij het oude handwerk. Het arbeidsveld werd een strijdperk. De groote aardrijkskundige ontdekkingen en de daaropvolgende nederzettingen verviervoudigden het afzetgebied en bespoedigden de omvorming van het handwerk in de manufactuur. Niet alleen brak de strijd uit tusschen de afzonderlijke plaatselijke producenten; de plaatselijke geschillen groeiden hunnerzijds aan tot nationale, de handelsoorlogen der 17e en 18e eeuw. De groot-industrie eindelijk en het ontstaan van de wereldmarkt hebben den strijd universeel gemaakt en hem tegelijkertijd een ongehoorde hevigheid gegeven. Tusschen afzonderlijke kapitalisten zoowel als tusschen geheele industrieën en geheele landen beslist de gunst der natuurlijke of geschapen productievoorwaarden over het bestaan. De zwakste wordt zonder erbarmen opzijde gezet. Het is de darwiniaansche strijd om het individueel bestaan, uit de natuur met grootere woede overge-