Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/85

Deze pagina is niet proefgelezen

( 77 )

Eijndigende hij er mede sijne Depositie met presentatie alle ’t selve, wanneer het versocht wordt, met solemnelen eede te sterken, cousenterende hij er van gemaeckt te wer- den publijcke Acte. Ende verclaren wij Schout en de Sche- penen voornoemt dat den gemelden pauwels pieters altoos gehouden en bekent is geweest, voor een eerlijck man, geen desbauchant, en in zijnen handel en wandel waer en op- recht is bevonden, zijnde mede een Lidtmaet van de Ge- reformeerde Christelijke kercke, ten oirconde der waerheyt ‘zoo hebben wij Schout en de Schepenen voornt dese neffens den Deposant geteyckent huyden XIII de Febr: XVI. c ses en vijfigh en was onder teykent.

c. van reijn, maerten maertens peeck, en isaac

junius en het merck van voorn. pauwel pietersz.

Onderstondt: mij present en geteykent c. van bouchorst Secretaris.

Lager stond: Uitgegeven voor Copie authentijck ende naer gedaen collaetie jegens de originele minuyte berustende ter comptoyre van mij als Secr: van Catwijcken en de t Sandt bevinden te accordeeren huyden 15 Febr. 1656.

(Was geteekendt:) c. van bouchorst
Secr:

Nog lager. Accordeert met de bovengemelde Copie authentieq bij mij in s Hage resideerende deezen 6 november 1777.

l. v. wyck
Notaris.

Aldus heb ik deze curieuse akte overgeschreven, en of- schoon zij mij hoogelijk verbaasde, verwonderde het mij nog meer in Anno 1840 van twee soortgelijke gevallen te moeten hooren; een in Nijmegen van eene kat opgenomen