AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK V 93
Hoofdstuk 1: Door een onweder van God onderwezen, is eer verdichtsel dan feit.
10) Men verwarre dezen Engelschen koopman niet met J. Fergusson, (pseudoniem van S. F, W. Roorda van Eysinga). Het Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in Nederland schrijft den naam foutief met één s. cf. i.v.
") Ds Bernardus Verwey, geboren 24 Maart 1772 te Noordlaren. Predikant te Maarsum 29 Juni 1794; Bolsward 1803; Zutphen 1806; ’s Gravenhage 18 April 1808. Emeritus 27 October 1821. Overleden 26 Juni 1835.
Noordlaren, de tweede standplaats van ds H. de Cock. De drie eerste standplaatsen van dezen vijand van de gereformeerde leer zijn nu nog overwegend ,vrijzinnig”.
Ds Verwey schreef: Het Adres aan alle mijne Hervormde Landgenooten, getoetst aan den Geest der Waarheid, der Liefde en des Vredes. Een woord ter geruststelling, voor de vrienden der Hervormde Kerk. Amsterdam, G. Portielje, 1827, 8°.
1) De Toetser getoetst, of verdediging van het adres aan alle mijne Hervormde geloofsgenooten ; tegen de zoogenaamde toetsing van Bernardus Verwey, aan den Geest der Waarheid, der Liefde en des Vredes, door J. LE FeBuRé Amsterdam, J. H. den Ouden, 8,
1) De Dweeper, een woord aan allen die de Waarheid liefhebben, door M. T. LaurMaN, pred. te Oosterlittens. Franeker, G. Ypma, 1833. Naast Van Zuylen’s: De eenige redding, wordt door De Cock wellicht geen geschrift in zijn brieven enz. aan den Koning meer genoemd dan dit van Lauran. Zoozeer hij het eerste geschriftje roemt, geeft hij zijn verontwaardiging over het tweede te kennen. De Dweeper heeft drie en zestig zeer oriénteerende aanteekeningen.
4) De titel van Schrassert’s pamflet is naar de gewoonte in zijn dagen veel ge- volgd, zeer lang (zie pag. 8), en laat aan duidelijkheid omtrent zijn strekking niets te wenschen over. In 1836 verscheen reeds een vierde druk. Schrassert’s geschrift was den Groningschen uitgever, naar hij zelf mededeelt, ,bij geval” in handen gekomen; het dateerde uit 1742, en toen hij den titel las, rees al spoedig bij hem de gedachte op, ,dat men door het algemeen maken van zulk een geschrift aan velen, dien het belang en de rust der kerk ter harte gaan, geen ondienst zou be- wijzen”. Schrassert zelf deelt mede wat hem bewoog als jurist zich op dit terrein te begeven, het is ,aan de eene kant, de toeneeminge van een kwaad, dat sig, sedert eenigen tijd van buyten ingekropen, thans binnen onse muren schijnt te willen huysvestigen, waar van ick bij voortgang de gevolgen vreeze”. Alzoo blijkt dat in den loop van de achttiende eeuw de oefeningen toenamen én op het platteland, én in de stad Groningen,
") Vgl. De Dweeper, noot 45 en 46.
18) De Dweeperij, cene teerrede over 1 Tim. VI : 3~6 door G. H. VAN SENDEN, Leyden, D. du Mortier en Zoon 1844.
1) Over Staatsregt, Hervormd Kerkbestuur en Separatismus. Naar aanlelding van het geschrift van mr G. Groen van Prinsterer : ,De Maatregelen tegen de Afgeschei- denen aan het Staatsregt getoetst", door P. BOELES; te Groningen, bij J. Oomkens, Boek- en Steendrukker, 1838. De wijze waarop Boeles, zoo trouw geraadpleegd, bij- kans nageschreven door den Berigtgever van dr Gieseler, zijn tegenstanders bestrijdt, ja hoe de tegenpartij in het gemeen de gereformeerden bestreed moge blijken uit een noot, die reeds op blz. 19 wordt gegeven: ,indien het waar is, wat in het Mengelwerk der Vad. Letteroef. voor 1829, blz. 693, gevonden wordt, dat men te Nieuw-Loosdrecht nadere inlichtingen bekomen kan, nopens het Akteboek van eenen Kerkeraad, in het- welk Molenaar, als Praeses en Scriba, eigenhandig Sen Zura morum inplaats van Censura morum zoude geschreven hebben, — dan zal een natuurlijk mensch al ligt in het geloof komen, dat Molenaar beter gedaan had met zich bij den toestand van
�