104 BLAUWBOEKJES
den Heer De Cock, uit laatstgemeld schandschrift heb leeren kennen, draag ik ook geen leed over het mislukken mijner poging; want tegen den man, die waant, hooger en onfeilbaar licht van boven te hebben, die dus, gelijk te denken staat, tegen al wat taal-, oordeel- en uitlegkunde aanbiedt zal oprijzen, en dat alles te gelijk met het gezond verstand voor contrabande verklaren — tegen dien man valt niet te redeneeren.”
De eerwaarde grijsaard geeft dan ook onmiddellijk daarop het redeneeren tegen De Cock er aan en begint te schelden, bijvoorbeeld op deze wijze: ,lndien er in de zielen-apotheek nog een middel mogt voorhanden zijn, om zulke waanzinnige menschen te genezen, die meer dan op de grenzen van het Fanatisme staan, zoo verzoek ik iedereen, die den Heer De Cock aan te bieden, en hartelijk wensch ik, dat het Z.E. tot genezing strekke.”
De derde aflevering van deze bijdragen met blanken omslag, heeft aan het hoofd tot opschrift: Protestantsch Pausdom en Protestantsche Jezuiten. »De onprotestantsche strekking in het onredelijk drijven van bovennatuur- lijk geloof, gelijk ook in de stijve stelselleer brengt neigingen en stellingen voort, die tot de roomsch katholieke kerk en het Pausdom terugvoeren.”
Deze bewering vat hij dan kort te zamen in tien punten. Waarvan een noot, toegevoegd aan het tiende punt, ons nog een duidelijker kijk kan geven op de stelling, die Van der Linden kiest tegenover geschriftjes die het hart van het volk hebben getroffen en velen hebben wakker geschud.
We lezen aan den voet van bladzijde zesentwintig der derde aflevering : »Men voege er bij de stormen en hooge watervloeden, die ons land in de laatste jaren teisterden — de misgewassen en slechte oogsten — de verwoestingen, niet lang geleden, door een heirleger van rupsen aangerigt, die alles kaal schoren — de onlusten met het ondankbare Belgié en den oorlog. Al die uitkomsten wil men gaarne het voorkomen geven van straffen en oordeelen Gods over bijzondere volkszonden. Waarom ? Het Klinkt zoo vroom en is een beproefd middel, om den gemeenen man het stelsel van den dag aannemelijk te maken”. In de vierde aflevering be- handelt hij onder het motto: het verstandig antwoord op eene onverstandige vraag, de vraag en het antwoord uit Luk. 13 : 23 en 24a: ,En er zeide een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden ? En Hij zeide tot denzelven: Strijdt om in te gaan door de enge poort.” De verstan- dige menschen zijn naar den inhoud van deze aflevering degenen die in navolging van Jezus en de Apostelen zulke ingewikkelde punten, daar- onder ook de leer van Gods védrbeschikking, omtrent het eeuwig wel- of kwalijk zijn der menschen (praedestinatie-leer) of 200 hoog niet op- gehaald hebben, als men naderhand verkozen heeft te doen, of zij hebben die punten, als niet berekend voor het algemeen, hoogst verstandig van zich afgeleund en krachtiger voedsel daarvoor in de plaats gesteld.” Wie de onverstandige man is uit Luk. 13 : 23 valt niet moeielijk te raden! �