168 AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK VIII Adolph Begemann was gehuwd met Christiana Sissingh. Een zekere Sissingh was gehuwd met Gerarda Mettina, een dochter van den raadsheer Gerhard Regnier. Zoo waren dan de Begemann's geen onbekenden voor De Cock. De Cock schrijft den naam Begeman met één n, de fam. Begemann is eene Duitsche familie, afkomstig uit Ditmold, graafschap Lippe; de naam dient te worden geschreven met twee n's. 8) Detmers, moet geschreven Dethmers. 9) Student De Cock volgt bij deze onderteekening een gewoonte in zijn dagen veel in zwang: de voorletter van den persoonsnaam van zijn vader ook op te nemen. Bij den gewonen boeren- of burgerstand werden de geslachtsnamen niet alleen in het onderling verkeer, maar zelfs in de kerkelijke registers, vooral in het Noorden des lands, verwaarloosd. Zoo sprak en schreef men bijv. Hendrik Jans, Willem Derks, Thea Pieters, Wiebe Jurrits, Jan Hanzes. Zoo teekende nu student De Cock zich met de persoonsnamen H(endrik) T(jaarda) de Cock. Vgl. Genealogie Elema, I, bl. VIII. 10) Zie voorgaande noot. 11) Brief berustende in 't archief De Cock; de boer, door de briefschrijfster met een kleine b geschreven. 12) Aan de beschrijving van 't leven van deze Frouwe Helenius Venema is een boekje gewijd door den zoon Helenius de Cock: Bladzijden uit de geschiedenis mijner moeder, door H. DE COCK, Kampen. J. H. Bos, 1889. 13) Een en twintig jaar. 14) Theodorus Gerardus de Cock (zie boven). 15) Een brief van J. van der Linden v. s. Kantens den 24 Nov. 1833, schrijft omtrent De Cock: „Deze Ds de Cock, dien ik gedurende zijn kort verblijf te Eppenhuizen, vroeger leerde kennen als een mensch van gezond verstand en aanklever van het heilig beginsel der Hervorming". 16) Nalezing op den akker der Afscheiding. Het leven van Jan Egberts Broekema, door Ds J. Kok, Kampen, J. H. Kok 1907, blz. 24. De Koepokinenting tegen de leer des Bijbels strijdende, of korte aanwijzing voor Godvreezende Ouders van DR A. CAPADOSE. 17) Bekeering van doctor A. Capadose.. uit het Fransch vertaald door M. J. CHEVALIER, te Amsterdam, bij G. van Peursen. Ook vertaald in het Duitsch. Dr Hendrik de Cock, kleinzoon van den vader der Afscheiding, hoewel niet van gereformeerde belijdenis, promoveerde te Groningen tot doctor in de medicijnen op een proefschrift, waarin hij de Koepokinenting bestreed. Vlg. ook brief in het archief De Cock van dr A. Capadose. 18) Brief archief De Cock. 19) Vgl. Brief Nijkerk op de Veluwe, d.d. 8 Mei 1834, geteekend C. C. Callenbach. Het eerste deel van den brief is door De Cock geschreven. Brief van De Cock van zijne vrouw, 's Gravenhage, 16den Mey 1834; beide brieven berusten in 't archief De Cock. 20) De eerste brief uitgegeven ter opheldering der waarheid en ter wederspreking van de laster dezer dagen door H. de Cock", is van IJ.... den 10 Maart 1834, en geteekend S. Deze S is een lid van de familie Schröter. Men leze dezen brief en prijze Gods bestel! IJ is IJsselsteyn. Schröter schrijft: „Herinnert gij u nog die familie te D(ongen).. alwaar gij met J(an) B(egemann).... in 1834 kwaamt thee drinken, toen wij gezamentlijk den volgenden dag naar 's Gravenmoer wandelden, alwaar gij predikte en ik het orgel bespeelde? Dat was mijne familie, toen onze geliefde Moeder nog leefde. Ik kende toen den Heere nog niet en zocht hem niet, maar leefde midden in de wereld en de zonde. Maar op Zijnen tijd werd de Heere mij te sterk...." ....
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/206
Deze pagina is niet proefgelezen