238 VERDERE ONTWIKKELING geloofsheld Krummacher" en noemt ook ds Molenaar een geloofsheld; en reeds hier spreekt hij van den grijpenden wolf. Het ontga ons derhalve niet, dat Ulrums herder reeds in den zomer van '32 dit schriftuurlijk beeld gebruikte. Hem toch is verweten, dat de titel van de Schaapskooi door hem uit persoonlijken haat tegen de mannen die hij bestreed was ingegeven. Integendeel, de liefde tot het behoud van de Nederlandsche kerk en het Nederlandsche volk dreef hem te spreken en te schrijven in de forsche taal van de profeten Israëls, die het volk des Heeren zoo liefhadden en deswege een scherp geluid lieten hooren. Waarom gaf De Cock zijn Toespraak niet eerder uit? Hij antwoordt, dat deze Ernstige en hartelijke toespraak, nu eerst, dat is, twee jaar later het licht ziet, door Gods voorzienigheid. Maar deze werkt middellijk. Een der oorzaken is, dat De Cock niet hooggevoelende was. Hij wachtte op anderen, die meer bevoegd en eer daartoe geroepen werden geacht door hem. Doch toen Van Zuylen gestorven was en Molenaar zijn stem niet andermaal verhief, eenmaal tot zwijgen gebracht, en hij oordeelde dat Le Roy ,,zich geensints de vriend of de beschermer toont te zijn van de godvreezenden, maar eerder van den Heer Reddingius", toen gaf hij in het licht, wat reeds voor lang was opgesteld en zoo lang achterwege gehouden. De Cock geloofde en dezulken haasten niet. Dit geschriftje van De Cock komt rechtens een plaats toe in de reeks van gelijksoortige litteratuur geopend met Thelwalls Keert u tot Hem, Die slaat; vervolgd met Da Costa's Bezwaren tegen den Geest der Eeuw; Molenaars Adres; C. baron van Zuylen van Nijevelts De eenige redding; gevolgd door P. J. baron van Zuylen van Nijevelts Bazuin tot vergadering der uitverkorenen, en gesloten met het in 1838 verschenen pamflet van ds R. W. Duin: Reformatie! Reformatie! Aan deze verdediging van de gereformeerde leer en van haar belijders door middel van de pers was reeds veel strijd voorafgegaan in den engeren kring van den ring en van de classis. De verandering van inzicht bij De Cock heeft geen lang proces door- loopen, een verschijnsel zeer merkwaardig, doch dat algemeen voorkomt bij die mannen welke God roept tot het werk der reformatie. Dit is mede te verklaren uit gaven en karaktereigenschappen aan deze van „God uitverkoren vaten" geschonken. Het door God gegeven gezond verstand ziet na ommekeer de waarheid klaar, het loutere hart geeft een verlicht oog: zalig zijn de reinen van harte, ze zullen God zien. De groote lijnen liggen voor hen getrokken, èn in het verleden èn voor de toekomst. Deze mannen zijn profeten! Gemeenlijk voelen ze sterk den band der historie en zien daaruit klaar Gods vinger, hooren er in Gods stem. Hun rondborstig karakter is wars van laveeren en schipperen. Wat zij als
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/284
Deze pagina is niet proefgelezen