AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK XII 277 de jeugd het eerste onderwijs ontvange uit den Oostvrieschen of Heidelbergschen Catechismus, of uit het Kort Begrip der Christelijke Religie, terwijl een scherp protest wordt ingediend tegen een geheelen zwerm van prulboekjes" in de lagere scholen. Aan geen hoogmoedigen en laatdunkenden bestrijder worde het zeer gewigtig ambt van onderwijzer der jeugd opgedragen"! ,De kinderen moeten in de huizen en de familiën, als bizonder in de lagere scholen vermaand worden tot de vreeze des Heeren. Er dient te worden geprotesteerd tegen de schande de gereformeerde belijdenis aangedaan door de bezetting van de latijnsche school te Embden en Leer met luthersche leeraren instede van gereformeerde, gelijk oudsher gebruik was. Ze dienen, zooals van ouds regt en gebruik was door gereformeerde kerkeraden beroepen te worden. De leerlingen dier scholen worden overladen met het leeren van allerlei kundigheden die ze grootendeels kunnen ontberen en het noodzakelijke wordt te veel verzuimd, men leere hen vooral de grondtalen van 's Heeren Woord. De ouders mogen toezien welke kinderen of pupillen ze tot den heiligen dienst bestemmen. Het ware zeer wenschelijk de jongelingen in de heilige godgeleerdheid na elk academisch jaar te ondersoeken met betrekking tot de gemaakte vorderingen. Niemand worde tot curator eener hoogeschool benoemd, wiens ,,aankleving van de zuivere gronden der schrift zeer twijfelachtig is." De jongelingen die zich toeleggen op de heilige godgeleerdheid dienen te worden gewaarschuwd tegen zulke hoogescholen, alwaar de kerkelijke orde en tucht vertreden liggen of verzuimd worden. De leeraars der gereformeerde kerk dienen de Formulieren van eenigheid te onderteekenen. Het laatste examen diene een kerkelijk examen te zijn, waarbij ouderlingen of deputaten uit de voornaamste gemeenten dienen tegenwoordig te wezen. Er moet tegen het recht van collatie of patronaat getuigd worden. Het ouderlingenambt diene in eere te worden hersteld! In de kerk worde geen macht erkend dan die van Koning Jezus, door den Vader gezalfd over Sion." Ernstig wordt geprotesteerd tegen de nieuwigheid dat ieder, die zich wil begeven tot het huwelijk of die een burgerlijke betrekking bekleedt gedwongen wordt tot het doen van belijdenis. De sacramenten mogen niet worden ontheiligd; bij den doop stelle men de gewone vragen en tot het gebruik des Heiligen Avondmaals zijn niet gerechtigd dezulke die een historisch en niet het zaligmakend geloof bezitten. Ernstig wordt geprotesteerd tegen het deerlijk verval in het herderlijke van het leeraarsambt ten aanzien van de huis- en hartzoeking". De sleutelen des hemelrijks dienen te worden gebruikt! Men noeme niet de kerken naar de bizondere landen en gewesten, opdat haar eenheid niet worde verbroken. In het bizonder wordt geprotesteerd tegen de verongelijkingen en vervolgingen, die gereformeerde medegeloovigen in het koninkrijk der Nederlanden worden aangedaan, uit dien hoofde, dat zij zich ter oorzaak van het deerlijk verval in de leer en tucht van de zoogenaamde Synodaal Hervormde Kerk hebben afgescheiden." Insgelijk „betuigen de Oostvriesche gerefor- meerden tegen dat schromelijk verval, dat ook op de kerken van Embden en Oost- Vriesland zulk een verderfelijken invloed heeft gehad en toen nog had. Voor God, voor engelen en menschen verklaren dezen wel verre van die vervolgingen goed te keuren dezelve ten hoogste af te keuren, zij verklaren de vijanden en haters van de zuivere leer en van de getrouwe belijders daarvan niet voor hun broeders te houden, maar voor vijanden, die des Heeren rechterhand zekerlijk vinden zal." Zij wenschen vurig, dat God Zijne Majesteit Willem den Eersten, Koning der Nederlanden, en de grooten des rijks moge neigen, om aan die verdrukte geloovigen de gewenschte vrij- heid te schenken, waarop dezen vrij wat meer aanspraak hebben, dan al de bedekte lieden, die van de waarheid afgeweken zijn." ⁹) In 1836, dus nog vóór dat hij zijn geschriften bij Hamelau Tacke te Amsterdam
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/327
Deze pagina is niet proefgelezen