Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/352

Deze pagina is niet proefgelezen

DE COCK AANGEKLAAGD diakenen wordt uitgeoefend, zullen de meer huishoudelijke reglementen bepalen of en zooja welken invloed dezelve aldaar daarop zullen blijven uitoefenen." 2) 300 De tegenstanders van de Separatisten" wezen steeds op 't feit, dat onder degenen die vasthielden aan de leer van Dordrecht haast geen mannen van naam en gezag waren. Dit was althans een feit, dat de meer aanzienlijken en vooraanstaanden eer stonden aan den kant van het nieuwe licht", dan dat ze opkwamen voor het oude". " Het ging derhalve moeielijk bij dit verschijnsel en bij een dergelijke samenstelling van de kerkeraden, de bezwaarden gerust te stellen met het vooruitzicht dat er wel verandering zoude komen in de bediening des Woords en zij alsdan in de eigen gemeente en aan den eigen predikant den doop zouden kunnen vragen voor hunne kinderen. Zeker bij een geordend en gezond gereformeerd kerkelijk leven zou zulk doopen van kinderen uit andere gemeenten zonder de toestemming, om bizondere redenen, van de zijde van den kerkeraad niet te verdedigen zijn geweest, maar juist dàt ontbrak en dåt bestond niet in de synodale genootschaps- kerk. En dan geldt de regel, dat bij abnormale omstandigheden niet nor- maal kan worden gehandeld. Was dat doopen en de aanklacht deswege aanleiding tot de procedure die leiden zou tot de breuke, het verschijnsel dat gereformeerde ouders hunne kinderen moesten laten doopen in een gemeente waarin een niet- gereformeerd kerkrecht vigeerde en eene niet-gereformeerde prediking ongehinderd en ongemoeid mocht, desnoods moest, worden gehandhaafd, zou noodwendig leiden tot reformatie vroeg of laat, èn in het Noorden, èn in het Zuiden, ja straks over heel het land. Vele getrouwen in den lande konden zich niet onderwerpen aan een onschriftuurlijk reglement, dat door de uitnemendste godgeleerden en rechtsgeleerden verwerpelijk en afkeurenswaardig werd geacht. ³) Hoogst opmerkelijk blijft het, dat de man die de aanklacht indiende, 4 Nov. 1833, herhaalde, 18 Nov. 33, en straks 3 Dec. '33 nog ver- zwaarde, den naam draagt van ds A. P. A. du Cloux, van den later zoo gevierden predikant, wiens predikatiën in sommige zich noemende ge- reformeerde kringen nog gaarne worden gelezen. Welke verandering er in dezen man ook moge hebben plaats gegrepen, zijn afkeer van de gezonde gereformeerde leer, die hem dreef een aanklacht in te dienen tegen den trouwen verdediger daarvan, is hem bijgebleven. Door deze aanklacht tegen De Cock heeft Du Cloux zich gesteld tegenover hem, die de vader der Scheiding in het Noorden des lands zou worden, en deze houding heeft hij, waar hij ook ,stond", niet gewijzigd. Zijn aangezicht bleef ge- keerd naar de ,,Synode"; zijn rug naar de Christelijke Gereformeerde kerk ! De eerste aanklacht reeds teekent den aanklager; elke daarop volgende,