MAN (BERN AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK XXVI. ¹) Mr S. Sybenga, a.w. blz. 34, 35. 2) In het origineel van dit stuk zijn ook weer veranderingen aangebracht door de hand van De Cock, doch slechts zeer weinige en kleine. Aanvullingen die Van der Kemp niet kon weten. De Cock vult aan bij den 19 December 1833, toen hij werd geschorst: ,bij die gelegenheid heeft de kerkeraad verzocht met haren leeraar gehoord te worden, maar zulks afgeslagen zijnde, is dezelve naderhand nog even binnen gelaten. Op de volgende bladzijde vult hij aan: hetwelk ten aanzien der beide laatsten nog niet eenmaal geschied is." Op een verder volgende bladzijde heeft hij een paar aanvullingen gegeven en doorhalingen gedaan, metterdaad tot verduidelijking. Zegt het stuk dat er „velen zich zullen houden buiten de openbare godsdienstoefening na de afzetting van De Cock", hij vult aan: ,gelijk die ook al uit zijn schorsing zoo kennelijk zijn voortgevloeid". Opmerkelijk is de doorhaling een paar regels verder, waar Van der Kemp er op wijst dat o.a. ook het gevolg zal zijn dat ze de kerkelijke inzegening des huwelijks (zullen) verwaarloozen". Deze woorden zijn doorgehaald, misschien wel omdat die weinig werd gevraagd. Dan zou hierin weer ongezocht uitkomen, dat De Cock niet meer wilde zeggen, dan hij kon zeggen. Schreef Van der Kemp dat er nauwelijks" gewillige per- sonen zouden kunnen worden gevonden, geschikt tot de bedieningen van ouderlingen en diakenen, De Cock, die de gemeente kende schrapt dit nauwelijks en zet met alle vrijmoedigheid ,geene". Toch niet, straks zal blijken dat er wèl personen zijn die zich laten aanstellen instede van de afgezette ambtsdragers. (Het stuk der afzetting en benoeming berust in 't archief; zie Ilde deel, hoofdstuk I). Of zij geschikt zijn? Daarover laat De Cock zich hier niet uit, doch hij schrijft wat hij verantwoorden kan en derhalve stelt hij in plaats van het oorspronkelijk geschreven nauwelijks": "geene" Gereformeerde. Wordt in het vervolg van onze Formulieren van 1560 en 1619 gewag gemaakt, De Cock voegt in: ,en ook nog heden aangenomen kerkschriften zijn". Ook later zal blijken dat De Cock de door vrienden ontworpen stukken wel degelijk als met de pen in de hand nagaat, aleer ze worden opgezonden als memorie of als smeekschrift.
Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/542
Deze pagina is niet proefgelezen