Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/546

Deze pagina is niet proefgelezen

CONDITIONEEL VEROORDEELD DOOR DE SYNODE De Cock heeft dit gewichtig stuk papier gebruikt om daarop de copie te schrijven van den brief door den kerkeraad van Ulrum, nadat het besluit van de synode gevallen was, gericht aan den Koning. Hij heeft er echter nog plaats gevonden voor enkele aanteekeningen, naast de copie van een besluit dat door dezelfde synode is genomen in verband met de zaak De Cock en eenige adressen ingekomen uit de noordelijke provinciën van het land. Deze copie en aanteekeningen zijn van een weinig lateren datum; ze is genomen van en staan in verband met een bericht in de Prov. Courant van den 1sten Augustus, dat aldus luidt: 478 's Gravenhage, den 10den Julij 1834. Rondgaande brief aan de Predikanten: 's Gravenhage den 10den Julij 1834. ,,De Algemeene Synode der Hervormde Kerk in het Koningrijk der Nederlanden aanleiding nemende uit den tegenwoordigen staat van onder- scheidene gemeenten, en voldoende aan den duren pligt haar bij art. 21 van het Algemeen Reglement voor het Bestuur der Hervormde Kerk in dat Koningrijk opgelegd om voor de algemeene belangen der Hervormde Kerk te zorgen, rigt hij dezen het woord tot alle Leeraren en gemeenten in de Vaderlandsche Kerk. Zij gevoelt zich gedrongen om alle pre- dikanten, en inzonderheid de jongeren onder hen, liefderijk op te wekken en broederlijk te vermanen om toch in hun openbaar en bijzonder onder- wijs, zich met bedachtzaamheid te onthouden van alles, wat de zuiver- heid hunner belijdenis en Evangelieprediking eenigsints in verdenking zou kunnen brengen, of zelfs aanleiding geven, dat dezelve en om hunnent wil ook het geheele ligchaam der Hervormde leeraren door onverstan- digen miskend en veracht en door kwaadwilligen belasterd worden. Te gelijker tijd vermaant zij alle gemeentelijke, klassicale en Provinciale Kerkbesturen, en nodigt dezelve uit, om met verdubbelde aandacht toe te zien, zoowel ter eener zijde op het gedrag der Leeraren, als ter andere zijde op alle woelingen van onruststokers en geheime opruijers, of van openbare klagers zonder genoegzamen grond, ten einde het misverstand der laatsten, door bedaard onderwijs en ernstige en liefderijke vermaning onder Gods zegen worde weggenomen, en de moedwil en scheurziekte der eerstgenoemden door tijdige en gepaste aanwending der Kerkelijke tucht, na voorafgaande Broederlijke ver- maningen beteugeld, en zoo mogelijk, uit ons midden geweerd worde. - De Heer der Kerke bevestige al de leeraars en gemeenten in ons aller- heiligst geloof en beware bij het Nederlandsch Hervormd Kerkgenoot- schap den Geest der liefde en des vredes. Hij zelf heilige ons in de waarheid. Zijn woord is de waarheid!" Dit merkwaardig stuk, dat wij in onzen tijd eene Boodschap of een Getuigenis zouden noemen, werd op voorstel van den hoogleeraar Clarisse