Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/572

500 DE COCK KOOPT DEN TIJD VAN HET ONNOODIG UITSTEL UIT wil maken ten einde gij ul. verootmoedigt en verborgen houdt onder zijne vleugels. Daarentusschen is het dat gijl. in ul. staat wilt gehand- haafd zijn, de stoel waarin God ul. gezet heeft, moet niet onteerd zijn: Daar is geen overigheid dan van God die koning der koningen is, en een Heer der Heeren. Hij verklaart dat hij zal eeren degenen die hem zullen eeren, en ter Contrari dat hij tot schande zal brengen, degene die hem verachten. Dat is nu gezegd omdat gij hem zoudt zuiverlijk dienen naar Zijn woord en dat gij daarop zoudt beter peinzen dan ooit. Want daar gebreekt altijd veel van dat wij ons zouden volkomenlijk kwijten en in al zulken opregtigheid als behoort. Opgewekt door de rampen en onheilen die sedert jaren ons Vaderland zoo zeer geteisterd hebben en die haar thans ook zoo boven mate zeer drukken in allerleij opzichten schier ligchamelijk en Geestelijk. Voorgegaan door het allesints navolgenswaardige en prijselijk voor- beeld van de Godvrezenden van het naburige Engeland die met een getal van 149 000 aan de Hoge regeering van dat land onlangs de algemeen gemaakte stipte viering van den Zondag verzocht hebben, waarin wij duidelijk de beginselen van hun wensch om Gods dienst te zien gezuiverd en gehandhaafd: en daarin met hen vereenigd als weetende dat daarin het waarachtig heil van een ieder in het bijzonder zoowel als van het Algemeen gelegen is, gedagtig ook aan het woord van den Godzaligen Joh Knox Reformateur van Schotland, dat het woord Gods hun verzekerd ,dat geen bestendige zaak kan continueeren in dat koning- rijk waarin afgoderij (van welken aard en natuur ook) had onderdrukt geweest en nu was toegelaten wederom op te staan," wenden zich onder- geteekenden tot UHMogenden met ditzelfde allerbillijkst en allerchristelijkst verzoek, dat Gods wet wederom de wet van onze staat moge zijn als waarop alleen Gods goedkeuring rusten, Gods zegen wederkeeren kan, en daartoe : 1⁰ De dag des Heeren op de stipste wijze geheiligd en gehouden worden en de overtreders gestraft gelijk UHMogenden zien kunnen dat zulks geschied is ten dage onzer Vaderen onder anderen in de Synode gehouden te Gorcum a 1652, Dortsche Syn. 1618 en 19 Sest 162 en 164. En in hare gravamina art 14. 2⁰ Dat er kragtdadige maatregelen genomen worden tegen het ligt- vaardig zweeren en vloeken in onze dagen zoo algemeen en Godonteerend gebruikelijk gelijk onze vaderen daartegen kragt- dadige maatregelen genomen hebben ook in het Synode gehouden te s' Hage Ao. 1663. 3⁰ Dat met de bescherming of handhaving van de leer van Gods vrije genade en de ontbinding der Conscientiebanden buiten en tegen Gods woord vernieuwd worde de oude en het Reglement tot consesvatie van de rust en vrede der Kerken genomen ten tijde van Prins Willem den 3de den 3den December 1694. 4⁰ Dat eindelijk het placaat onder dien zelfden edelen vorst den 27sten Maart 1698 genomen en vernieuwd den 29sten September 1708, onder den eersten stadhouder van ons tegenwoordig koning-