Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/583

Deze pagina is niet proefgelezen

TWEE-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK DE APOSTOLISCHE REIS" ¹) VAN DEN VEELBESPROKEN PREDIKANT HENDRIK PETER SCHOLTE. Po ROFESSOR DR J. REITSMA's Geschiedenis van de Hervorming en de Hervormde kerk handelt in hoofdstuk XXI over: De Separatisten. De titel van dit hoofdstuk wijst reeds op de gezindheid van den schrijver. Erger is dat hier zòòveel onjuistheden worden gedebiteerd, dat aan boos opzet moet worden gedacht bij den auteur, een van de laatste mannen van beteekenis der Groninger School. Laten wij het woord geven aan een buitenstaander! Prof. mr J. Loosjes, die zich over het geheel genomen in zijn bespreking van den derden druk over dit werk gunstig uitliet en van oordeel is, dat ,,in het geheele werk, de vereischte onpartijdigheid in acht is genomen", voegt daaraan toe: Juist ter wille van dezelfde onpartijdigheid moet ik echter één uit- zondering maken, namelijk waar de geschiedenis der Afscheiding gegeven wordt. Dat de wijze van beschrijving weinig ingenomenheid met die be- weging toont, laat ik daar, maar de zinsnede over De Cock's hechtenis, waartoe hij bij rechterlijk vonnis was veroordeeld: ,Hij onderging die straf te Groningen, zijn hart ophalende aan psalmgezang", wekt protest." 2) Aan dit protest verwekkende hoofdstuk, waarin de partijdigheid in zulk eene sterke mate aan den dag treedt als bijna niet overtroffen kan worden door de in dat opzicht veelszins berucht geworden roomsche geschiedbeschrijving, waarmede gepaard gaat een menigte van onjuist- heden, die den goeden naam, dien dit handboek nog heeft, groote schade heeft gedaan, is ontleend de in genoemd hoofdstuk bizonder op zijn plaats zijnde karakteriseering van Scholte's reis naar Ulrum. Reeds lang had Scholte verlangen om nader kennis te maken met de broeders in het Noorden des lands. ³) De gelegenheid had zich eenmaal haast voorgedaan, toen de beroepen jonge predikant van Drogeham, S. van Velzen, zijn vriend van vroegeren datum, Scholte, had verzocht